Olietoestandsensor

Olietoestandsensor

De olietoestandsensor breidt de functies van de thermische oliepeilsensor uit. De olietoestandsensor meet de volgende grootheden:

Het motormanagement verwerkt deze meetwaarden. Door de olietoestandsensor worden bovendien de elektrische eigenschappen van de motorolie bepaald. De eigenschap veranderen met de slijtage van de motor en de veroudering van de motorolie.

Beknopte beschrijving van het onderdeel

De volgende componenten worden beschreven:

Olietoestandsensor

De olietoestandsensor is op het oliecarter bevestigd en vanaf de onderzijde bereikbaar. Een oliepeilstaaf is bij alle nieuwe modellenserie niet meer aanwezig. Deze motoren zijn van een elektronische oliepeilcontrole voorzien.

GR_FB1207001

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Oliecarter

2

Olietoestandsensor

3

temperatuursensor

4

Stekkerverbinding

De olietoestandsensor is via een bitseriële gegevensinterface met het motormanagement verbonden. De spanningsvoorziening vindt plaats via klem 87.

GR_FB1207002

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Motorregeleenheid

2

Olietoestandsensor

BSD

Bitseriële datapoort

Kl. 87

Spanningsvoorziening via DME- of DDE-hoofdrelais


Systeemfuncties

De volgende systeemfuncties zijn voor de olietoestandsensor beschreven:

Meetprocedure

De olietoestandsensor bestaat uit 2 cilindervormige condensatoren. De condensatoren zijn boven elkaar aangebracht. Als elektroden dienen 2 metalen buisjes die in elkaar zijn gestoken. Tussen de elektroden bevindt zich de motorolie als diëlektricum.

Opmerking! Begrippen diëlektricum en permittiviteit.

Een diëlektricum is een niet-geleidende stof in een elektrisch veld. h Het elektrische vlak doorkruist een isolator.
De permittiviteit (Latijns: permittere = toestaan, overlaten, doorlaten) wordt ook wel diëlektrische geleiding genoemd. De permittiveit geeft de doorlaatbaarheid van materie voor elektrische velden aan. De factor geeft aan in welke mate de spanning bij een condensator daalt, wanneer tussen de condensatorplaten een diëlektrisch, niet-geleidend materiaal is aangebracht.

GR_FB1207003

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Bereik voor de meting van het oliepeil

2

Bereik voor de meting van de oliekwaliteit

3

inwendige condensator

4

Diëlektricum (motorolie)

5

Uitwendige condensator

6

Huis

7

temperatuursensor

8

Evaluatie-elektronica

9

Oliecarter

 

 

De temperatuursensor bevindt zich op het huis van de olietoestandsensor. In het huis van de olietoestandsensor bevindt zich een verwerkingselektronica. De verwerkingselektronica beschikt over een zelfdiagnose. Een storing van de olietoestandsensor wordt in het storingsgeheugen van het motormanagement opgeslagen.

De olietoestandsensor stuurt de meetwaarden naar het motormanagement:

De elektrische materiaaleigenschappen van de motorolie veranderen met toenemende slijtage en veroudering van de motorolie. Door de gewijzigde materiaaleigenschappen van de motorolie (diëlektricum) verandert de capaciteit van de condensator.

De verwerkingselektronica verwerkt de gemeten capaciteit tot een digitaal signaal. Het digitale sensorsignaal wordt doorgegeven aan de motorregeling. De motorregeling gebruikt het signaal voor de interne berekening (bijv. condenswater in de motorolie).

Elektronische oliepeilcontrole

Het oliepeil wordt voor de elektronische oliepeilcontrole gemeten. De 2e condensator in het bovenste gedeelte van de olietoestandsensor registreert het oliepeil bij draaiende motor. De condensator ligt op dezelfde hoogte als het oliepeil in het carter. Bij een wijziging van het oliepeil wijzigt de capaciteit van de condensator. De verwerkingselektronica vormt aan de hand hiervan een digitaal signaal. Het motormanagement berekent hiermee het motoroliepeil. De elektronische oliepeilcontrole wordt weergegeven door het centraal informatiedisplay (CID) en het instrumentenpaneel. Bij auto's zonder CID wordt het oliepeil alleen in het instrumentenpaneel weergegeven.

GR_FB1207004

Mogelijke weergaven in het instrumentenpaneel

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Oliepeil in orde

2

Oliepeil op minimum

3

Oliepeil te hoog

4

Olietoestandsensor uitgevallen

5

Oliepeil wordt gemeten

 

 

 

GR_FB1207005

Mogelijke weergaven op het Central Information Display

Index

Verklaring

Index

Verklaring

1

Oliepeil onder minimum
(rode weergave)

2

Oliepeil bij het minimum
(oranje weergave)

3

Oliepeil in orde: 1/4
(groene weergave)

4

Oliepeil in orde: 1/2
(groene weergave)

5

Oliepeil in orde: 3/4
(groene weergave)

6

Oliepeil in orde: maximum
(groene weergave)

7

Oliepeil boven maximum: te vol
(oranje weergave)

8

Geen meetwaarde aanwezig: oliepeil wordt gemeten

9

Genoeg olie in de motor voor kortstondig starten van de motor (servicefunctie bij oliewisselenl)

 

 


Aanwijzingen voor de service

Algemene aanwijzing

Opmerking: condenswater in de motorolie.

Condenswater, dat in het motorblok bij het rijden van korte afstanden ontstaat, kan de permittiveit beïnvloeden. Door vermenging van motorolie met binnengedrongen water, verzamelt dit zich eveneens in de olietoestandsensor.
Wanneer zich teveel water in het motorblok bevindt:
kan sporadisch een onjuist motoroliepeil resp. een waarschuwing worden aangegeven, die tot het bijvullen van olie oproept.
Met een storingsbeeldselectie via het BMW diagnosesysteem kan deze ”valse oliepeilwaarschuwing” worden behandeld, waarbij eveneens de permittiviteit van de olie wordt gecontroleerd. De permittiviteit wordt echter niet rechtstreeks weergegeven. De permittiviteit is onder meer afhankelijk van de viscositeit of de leeftijd van de olie. Hierdoor is een inschatting van de kwaliteit niet in elk geval gegarandeerd.

Opmerking: Handleiding in acht nemen.

De beschikbare tekstberichten voor de elektronische oliepeilcontrole staan in de handleiding.

Diagnose-aanwijzing

Opmerking: Na het opnieuw programmeren van de motorregeleenheid.

In eerste instantie is geen oliepeil opgeslagen. Daarom wordt ”Ölstand unter Minimum” (oliepeil onder minimum) weergegeven. Pas na circa 2 minuten draaien van de motor wordt het correcte oliepeil weergegeven (motor op bedrijfstemperatuur, toerental hoger dan 0, auto staat stil).

Opmerking: Uitvallen van het display.

Bij een defect van het instrumentenpaneel of het Central Information Display:
het oliepeil kan ook met het BMW diagnosesysteem worden uitgelezen.

Drukfouten, vergissingen en technische wijzigingen voorbehouden.