Regelaar regelmatig toerental

De toerentalstabilisatie compenseert de toerentalschommelingen van de afzonderlijke cilinders ten opzichte van elkaar, die veroorzaakt worden door de onderling verschillende inspuithoeveelheden en het cilinderrendement. Dit gebeurt d.m.v. geregelde correctie-inspuitingen bij elke cilinder en bij elke inspuiting.

De maximaal door de DDE afgegeven correctiehoeveelheid is afhankelijk van de inspuithoeveelheid en ligt tussen ± 3 en ± 6 mg/slag.

De regeling is actief in een bepaald toerentalbereik en bepaalde inspuithoeveelheid.

Bewaking

Wanneer de correctiehoeveelheid van een cilinder een bepaalde grenswaarde overschrijdt, kunnen twee storingen worden opgeslagen:

De grenswaarde is afhankelijk van de inspuithoeveelheid en ligt tussen ± 4,9 en ± 5,9 mg/slag