Motorkoeling DDE7

Koelvloeistoftemperatuursensor

De koelvloeistoftemperatuursensor is voor in de cilinderkop vastgeschroefd en registreert de koelvloeistoftemperatuur via zijn veranderende weerstand.

De koelvloeistoftemperatuur dient als meetgrootheid voor de volgende functies:

• uitlaatgasrecirculatie
  
• berekening inspuithoeveelheid
  
• Voorwaarde aansturing airconditioning
  
• voorwaarde aansturing radiateurjaloezie
  
• Voorwaarde aansturing elektrische extra verwarming
  
• vuldrukregeling
  
• Gloeitijdregeling
  
• Aansturing E-ventilator
  
• aansturing wervelkleppen
  
• Regeling stationair toerental
  
• Raildrukregeling
  

Elektrische ventilateur

De DDE-regeleenheid stuurt de elektrische ventilator aan met een bloksignaal met duty cycles tussen 5% en 95% en stelt hiermee verschillende toerentallen in op de elektrische ventilator. De elektrische ventilator bezit een eigen plus- en massavoorziening.

Radiatorjaloezie

De DDE-regeleenheid opent of sluit de radiateurjaloezie afhankelijk van de vraag.

De radiatorjaloezie wordt geopend bij:

• Koelvloeistoftemperatuur > 100 °C (sluiten bij < 95 °C)
  
• Rijsnelheid > 180 km/h (sluiten bij < 140 km/h)
  
• Toerentalvraag elektrische ventilator > 1600/min (sluiten bij < 1380/min)
  
• Toerentalvraag elektrische ventilator door airconditioning > 1600/min
  (sluiten bij < 1050/min)
  
• Functie winterveiligheid:
  
  • Ruitenwissers AAN en
    
  • Rijsnelheid tussen 65 km/h en 125 km/h en
    
  • Omgevingstemperatuur tussen -8 °C en 2 °C
    
• Nadraaien elektrische ventilator
  
• Bij automatische transmissie: Transmissietemperatuur > 115 °C (sluiten bij < 110 °C)
  

Bij het rijden met een aanhanger is de radiateurjaloezie permanent geopend zodra de aanhanger op de aanhangermoduul is aangesloten.

De functie winterveiligheid voorkomt tijdens het rijden bij regen of sneeuwval het dichtvriezen van de radiatorjaloezie.

Aanwijzingen voor de service

Diagnose-aanwijzing

Sensor koelvloeistoftemperatuur

De koelvloeistoftemperatuursensor wordt bij een kortsluiting naar plus vernield.

Richtwaarden voor de weerstandscontrole

• Weerstand bij 20 °C: 2,5-3,0 kOhm
  
• Weerstand bij 50 °C: 0,7-0,9 kOhm
  
• Weerstand bij 100 °C: 0,12-0,17 kOhm