Functiebeschrijving, zie BMW Service Techniek:
TIS -> Document -> SI Techniek -> SBT-nummer invoeren
SBT-nummer:
De DME stuurt de bobines via de ionenstroomregeleenheden aan. Voor iedere cilinderrij is er een ionenstroomregeleenheid.
Met behulp van ionenstroomregeleenheden kunnen de afzonderlijke verbrandingen worden gecontroleerd en wordt overslaan en pingelende verbranding opgemerkt. Daarbij kan de DME onderscheiden of overslaan door ontbrekende ontsteking of door een slechte verbranding wordt veroorzaakt.
Aansturing van de ontsteking:
via de signalen S_IGZ1-10 stuurt de DME de eindtrappen voor de ontsteking in de ionenstroomregeleenheden aan.
Ionenstroommeting:
de ionenstroomregeleenheden leggen de elektroden van de bougies onmiddellijk aan het einde van de bougievonk aan een constante spanning. De ionenstroomregeleenheden ontvangen en versterken de stromen die daarbij ontstaan (ionenstromen).
Via de signalen A_ION1 en A_ION2 vloeit de bij iedere verbranding ontstane ionenstroom van de betreffende ionenstroomregeleeenheid naar de DME. De ionenstroom bedraagt 0-20 mA en wordt in de DME geanalyseerd. Met deze analyse kan de DME overslaan en pingelende verbrandingen herkennen.
De meetspanning wordt opgewekt, wanneer de vonkstroom, die tijdens de brandduur van de vonk vloeit, in een condensator in de ionenstroomregeleenheid vloeit. De daarbij opgeslagen energie wordt na het vonken als meetspanning aan de elektrode van de bougie aangelegd. De ionenstroom vloeit in tegengestelde richting aan de vonkstroom.
Signaalversterking:
de DME beoordeelt de kwaliteit van de binnenkomende ionenstroomsignalen en informeert de ionenstroomregeleenheden over de signalen S_IONV1 en S_IONV2, hoe sterk de ionenstroomsignalen moeten worden versterkt. De versterkingsfactor beweegt zich binnen een bereik van 1-5.
Meetspanningskeuze:
de DME onderscheidt afhankelijk van de werking van de motor of de bougies aan een meetspanning van 80 V of 160 V moeten worden gelegd. Via de signalen S_IONS1 en S_IONS2 stuurt de DME de betreffende meetspanningskeuze aan de ionenstroomregeleenheden.
Als overslaan wordt opgemerkt, worden storingen in het storingsgeheugen opgeslagen. De storingsoort geeft aan of het overslaan door de ontsteking of door de verbranding werd veroorzaakt.