In deze systeemtest worden het vacuümsysteem en de slang naar de regelaar stationair toerental van bank 2 gecontroleerd.
Eerst beoordeelt de systeemtest het sensorvacuüm in verhouding tot het modelvacuüm. Als beide vacuümwaarden in een bepaalde verhouding tot elkaar staan, wordt de motor door de systeemtest afgezet.
Nadat de motor 5 s niet heeft gedraaid, wordt de eerste sensormeetwaarde bepaald, nadat de motor 35 s niet heeft gedraaid, de tweede. Dit resulteert in een lekkagetesperiode van 30 s. Als het systeem gedurende deze tijd minder dan 5 mbar vacuüm verliest, geldt het systeem als dicht.
De uitvoeringsvoorwaarden voor de systeemtest zijn als volgt: