VANOS drukcontrole MSS65

Met de drukcontrole van het VANOS-systeem kunnen drukopwekking en afdichting van het VANOS-systeem worden gecontroleerd.

Controlevoorwaarden:

• Motor draait stationair
  
• Motorolietemperatuur > 80 °C
  

Systeemoverzicht:

1) Aansluiting op cilinderkop

2) Holle bout voor aansluiting van de adapter en de sensor

3) Aansluiting op cilinderkop

4) Hogedrukleiding in het motorblok

5) VANOS-oliepomp

Verloop van de controle:

1. Aansluiten van de drukadapter en de sensor op (2)
   
2. Meten van de VANOS-oliedruk
   
   • Indien de oliedruk in orde is:
     Geen verdere meting noodzakelijk, oliedruk in het systeem in orde
     
   • Indien de oliedruk niet in orde is:
     De meting voortzetten met punt 3
     
3. Losmaken en afsluiten van de hogedrukleidingen op beide cilinderkoppen, (1) en (3)
   
4. Meten van de VANOS-oliedruk
   
   • Indien de oliedruk in orde is:
     De meting voortzetten met punt 5
     
   • Indien de oliedruk niet in orde is:
     De volgende storingsoorzaken controleren:
     
     1. Uitwendige lekkage van het VANOS-systeem
        
     2. VANOS-oliepomp
        
     3. Hogedrukleiding (4)
        
     Indien er geen sprake is van uitwendige lekkage de hogedrukleiding op dichtheid controleren: Hogedrukleiding met perslucht (circa 8 bar) onder druk zetten (oliecarter uitgebouwd).
     Indien de hogedrukleiding geen lekkage vertoont: VANOS-oliepomp vervangen.
     
5. Aansluiten van een hogedrukleiding op een cilinderkop, (1) of (3)
   
6. Meten van de VANOS-oliedruk
   
   • Indien de oliedruk in orde is:
     Interne lekkage in het VANOS-systeem van de niet aangesloten cilinderkop
     
   • Indien de oliedruk niet in orde is:
     Interne lekkage in het VANOS-systeem van de aangesloten cilinderkop
     
   Verder storingzoeken, indien aan een cilinderkop een lekkage is vastgesteld:
   
   • Bij de betreffende cilinderkop de VANOS-magneetkleppen uitbouwen
     
   • O-ringen van de VANOS-magneetkleppen controleren
     
   • Indien de O-ringen in orde zijn: VANOS-versteleenheid van de betreffende cilinderkop vervangen
     
   • Indien de O-ringen niet in orde zijn: De betreffende magneetkleppen vervangen