Schakelcentrum stuurkolom (SZL) en multifunctioneel stuurwiel (MFL)

De functies van het schakelcentrum stuurkolom kunnen in twee hoofdblokken worden opgedeeld:

• Schakelcentrum stuurkolom als schakelcentrum voor de bedieningsfuncties op de stuurkolom,
  
• Schakelcentrum stuurkolom als stuurhoeksensor.
  

Daarnaast worden de signalen naar de ontstekingspatronen voor het activeren van de bestuurdersairbag niveau 1 en 2 door het schakelcentrum stuurkolom doorgestuurd.

In het multifunctioneel stuurwiel kunnen de volgende functies snel en ergonomisch worden bediend:

• Audio, telefoon, claxon en een naar wens toe te wijzen toets -> via de functietoetsen van het multifunctioneel stuurwiel,
  
• Richtingaanwijzers/grootlicht, ruitenwissers, snelheidsregeling -> via de hendels op de stuurkolom
  

Beknopte beschrijving van het onderdeel

Het multifunctionele stuurwiel bestaat uit

• Stuurkolomhendels: Alle stuurkolomhendels zijn tipschakelaars en arreteren niet in hun functieposities.
  
• Claxondruktoets,
  
• 2 blokken met functietoetsen.
  

Onder het multifunctionele stuurwiel bevinden zich

• een toets voor de stuurkolominstelling,
  
• de regeleenheid schakelcentrum stuurkolom met geïntegreerde stuurhoeksensor.
  

De signaaloverdracht van het stuurwiel naar de stuurkolomelektronica (regeleenheid schakelcentrum stuurkolom) geschiedt via een spiraalveer.

Stuurkolomhendel linksboven: Richtingaanwijzer-/dimlichtschakelaar

De richtingaanwijzer-/dimlichtschakelaar bestaat uit

• een stuurkolomhendel,
  
• twee tiptoetsen.
  

In de richtingaanwijzer-/dimlichtschakelaar zijn ook nog twee axiale tiptoetsen geïntegreerd:

• De bovenste toets activeert het infodisplay rechts in het combi-instrument, onder de toerenteller.
  
• De onderste toets activeert het infodisplay links in het instrumentenpaneel, onder de snelheidsaanduiding.
  

Overdrachtsconcept: stuurkolomhendel en axiale tiptoetsen kennen verschillende overbrengingswegen:

Overbrengingsweg van de stuurkolomhendel: Als de bestuurder de stuurkolomhendel bedient, wordt een bericht naar de lichtmoduul gestuurd.

Signaalweg: schakelcentrum stuurkolom -> gegevensbus PT-CAN -> carrosserie-gatewaymoduul-> gegevensbus K-CAN -> lichtmoduul.

Om veiligheidsredenen is een extra seriële draad van het schakelcentrum stuurkolom naar de lichtmoduul beschikbaar. Aan deze leiding ligt een analoog gecodeerd spanningssignaal dat door de lichtmoduul wordt gebruikt. Aan elke schakelaarstand is een spanningsgebied toegewezen. Door de seriële draad kunnen alle standen van de richtingaanwijzer-/dimlichtschakelaar bij een busstoring worden doorgegeven, zij het met functiebeperkingen:

• Grootlicht en lichtsignaal functioneren alleen nog als de stuurkolomschakelaar wordt vastgehouden.
  
• De richtingaanwijzer functioneert alleen nog als de stuurkolomschakelaar wordt vastgehouden. geen continu knipperen, geen automatisch uitschakelen.
  
• Geen waarschuwingsknipperlicht bij een ongeluk en bij het inschakelen van de diefstalbeveiligingsinstallatie.
  

Overbrengingsweg van de axiale tiptoetsen: Als de bestuurder één van de axiale tiptoetsen bedient, wordt een bericht naar het instrumentenpaneel gestuurd.

Signaalweg: schakelcentrum stuurkolom -> gegevensbus PT-CAN -> carrosserie-gatewaymoduul-> gegevensbus K-CAN -> instrumentenpaneel.

Stuurkolomhendel linksonder: Rijsnelheidsregeling

De hendel van de automatische snelheidsregeling bestaat uit

• een stuurkolomhendel,
  
• een tiptoets,
  
• een gekartelde knop (alleen ACC).
  

Overdrachtsconcept: Als de bestuurder de stuurkolomhendel of de axiale tiptoets bedient, wordt een bericht naar de digitale motorelektronica gestuurd.

Signaalweg: schakelcentrum stuurkolom -> gegevensbus PT-CAN -> digitale motorelektronica.

Overdrachtsconcept: Als de bestuurder de gekartelde knop bedient, wordt een bericht naar de regeleenheid actieve snelheidsregeling (ACC) gestuurd.

Signaalweg: schakelcentrum stuurkolom -> gegevensbus PT-CAN -> actieve snelheidsregeling (ACC).

Stuurkolomhendel rechtsonder: Ruitenwisserschakelaar

De ruitenwisserschakelaar bestaat uit

• een stuurkolomhendel,
  
• een tiptoets,
  
• een gekartelde knop.
  

Overdrachtsconcept: Als de bestuurder de stuurkolomhendel bedient, wordt een bericht naar de carrosserie-basismoduul gestuurd.

Als de bestuurder de axiale tiptoets of de gekartelde knop bedient, wordt

• bij een auto zonder regen-/lichtsensor een bericht naar de carrosserie-basismoduul gestuurd.
  
• bij een auto met regen-/lichtsensor een bericht naar de regeleenheid regen-/rijlichtsensor gestuurd.
  

Signaalweg: schakelcentrum stuurkolom -> gegevensbus PT-CAN -> carrosserie-gatewaymoduul -> gegevensbus K-CAN -> carrosserie-basismoduul resp. regen-/lichtsensor.

Functietoetsen-blok links en rechts van multifunctioneel stuurwiel

Met de functietoetsen zijn de volgende keuzes mogelijk

• spraakinvoer
  
• Vrij kiesbare functie (bijv. luchtrecirculatie)
  
• Audiofuncties (radio, telefoon, etc.)
  

Schakelaar voor stuurkolomverstelling

De stuurkolominstelling wordt elektrisch via een schakelaar gewijzigd. De schakelaar heeft vier mogelijke bewegingsrichtingen. Daarmee wordt de stuurkolom elektrisch op-, neer-, vooruit- en achteruit gezet.

Overdrachtsconcept: Als de bestuurder de schakelaar voor de stuurkolomverstelling bedient, wordt een bericht naar het schakelcentrum middenconsole gestuurd.

Signaalweg: schakelcentrum stuurkolom -> gegevensbus PT-CAN -> carrosserie-gatewaymoduul-> gegevensbus K-CAN -> schakelcentrum middenconsole.

Claxons

De claxons geven een akoestisch waarschuwingssignaal en dienen als redundante akoestische signaalgever voor de diefstalbeveiligingsinstallatie van de auto.

De rechtstreeks ingelezen claxondruktoets wordt als geldige toestand via de spiraalveer naar het schakelcentrum stuurkolom SZL gestuurd. Via het SZL is een gescheiden aansturing voor de hoge tonen en de lage tonen mogelijk.

Stuurwielverwarming

De stuurwielverwarming bestaat uit

• Toets voor het in- en uitschakelen van de stuurwielverwarming
  
• Functie-aanduiding in de toets voor de stuurwielverwarming: de LED in de toets gaat branden als de stuurwielverwarming ingeschakeld is.
  
• Verwarmingsmat in de stuurwielrand: Het stuurwiel wordt door een verwarmingsmat in de stuurwielrand verwarmd.
  
• Temperatuursensor: Een temperatuursensor in de stuurwielrand stuurt het temperatuursignaal naar het schakelcentrum van de stuurkolom terug.
  

Het schakelcentrum stuurkolom stuurt de verwarmingsmat zodanig aan dat een gelijkmatige verwarming van het stuurwiel gewaarborgd is.