Bij DAB staan twee frequentiebereiken voor de gegevensoverdracht ter beschikking. D L-band (1452 MHz tot 1492 MHz) en band III (174 MHz tot 240 MHz). De gegevens worden via bepaalde kanalen binnen de L-band en band III digitaal naar de auto overgebracht. Elk kanaal bevat slechts één ensemble dat op zijn beurt de zender en de extra informatie van de zender bevat.
Zenderstructuur bij DAB:
De digitale tuner kan 12 ensembles weergeven. Een ensemble omvat tot 15 services. De service is vergelijkbaar met een AM-/FM-zender. Een service kan audiogegevens of informatie bevatten. Bij de geselecteerde service worden de aangeboden subservices weergegeven. In de subservices worden bijvoorbeeld vertolker, albumnaam en songtitel overgebracht. Alternatief kunnen via de subservice nog andere audiogegevens worden overgebracht.
De instellingen van de digitale tuner kunnen via de contactsleutel worden geconfigureerd. De volgende instellingen worden dan persoonsgebonden opgeslagen:
Voordat de diagnose van de digitale tuner wordt uitgevoerd, moet worden vastgesteld dat de spanningsvoorziening en de bus-communicatie in orde zijn.
Als de bus-communicatie functioneert en als geen interne regeleenheidstoringen van de digitale tuner zijn opgeslagen, dan moeten bij een klacht de antennes worden gecontroleerd.