Opgenomen signaalverlopen
De volgende signaalverlopen kunnen van de spanningswaarden afwijken. Het verloop moet echter op de gemarkeerde plaatsen overeenstemmen.
Bij het FBAS-signaal wordt de kleurinformatie van de kleuren groen, rood en blauw via één draad overgebracht. Het signaalverloop geeft drie belangrijke punten aan, die onafhankelijk van het momenteel overgedragen beeld zijn. Daarom worden deze punten voor de meting gebruikt.
Voor de meting moeten de volgende spanningsverschillen in aanmerking worden genomen.
Verschil |
Met adapter |
Zonder adapter |
---|---|---|
Punt 1, punt 2 |
0,4 V |
0,8 V |
Punt 2, punt 3 |
0,3 V |
0,6 V |
Bij het RGB-signaal wordt de beeldinformatie volgens kleur gescheiden en via drie draden overgebracht. Rood, groen en blauw. De synchronisatie van het RGB-signaal geschiedt via het groen-signaal. Het signaalverloop geeft punten aan, die onafhankelijk van het weergegeven beeld zijn. Deze punten worden voor de meting gebruikt.
Voor de meting moeten de volgende spanningsverschillen in aanmerking worden genomen.
Verschil |
Met adapter |
Zonder adapter |
---|---|---|
Punt 1, punt 2 |
0,3 V |
0,6 V |
Punt 2, punt 3 |
0,4 V |
0,8 V |
Bij de meting zonder adapter wordt de tweede regeleenheid (SG2) losgemaakt. Bovenste schakeling. Bij deze meting wordt het signaalniveau alleen via weerstand R gemeten. Daarom is er bij een meting zonder adapter een dubbel signaalniveau.
Bij de meting met adapter wordt de tweede regeleenheid (SG2) aangesloten. Het signaalniveau wordt dan via de parallelschakeling van weerstanden R en R2 gemeten. Onderste schakeling.