Het langere tijd rijden met een motor met pingelende verbranding kan tot ernstige schade leiden. Pingelen wordt in de hand gewerkt door:
De compressieverhouding kan ook door afzettingen of toleranties in de fabricage een te hoge waarde krijgen.
Bij motoren zonder pingelregeling moet met deze ongunstige invloeden bij het vastleggen van de ontsteking, door een veiligheidsmarge tot de pingelgrens te kiezen, rekening worden gehouden. Daarmee zijn in het bovenste belastingsgebied rendementsverliezen onvermijdelijk.
De pingelregeling kan het pingelen van de motor voorkomen. Het verlaat alleen bij daadwerkelijk pingelgevaar het ontstekingstijdstip van de betrokken cilinder resp. cilinders (cilinderselectief) zover mogelijk. Daardoor kan het ontstekingsreferentieveld op een zo gunstig mogelijk verbruik worden bepaald, zonder rekening te houden met de pingelgrens. Een veiligheidsmarge is niet meer nodig.
De pingelregeling zorgt voor alle correcties aan het ontstekingstijdstip die nodig zijn om pingelen te voorkomen, en maakt het mogelijk om ook met normale benzine (minimum ROZ 91) probleemloos te rijden.
De pingelregeling biedt:
De M54-, de M52- en de M43-motor zijn uitgerust met een cilinderrijselectieve adaptieve pingelregeling. Een dubbel-pingelsensor herkent de pingelende verbranding. De sensorsignalen worden in de DME-regeleenheid geëvalueerd.
De pingelsensor is een piëzo-elektrische geluidsmicrofoon. Hij neemt de geluidsuitstraling op en zet deze in spanningssignalen om.
Bij het optreden van pingelen wordt de ontsteking voor een bepaald aantal cyclussen naar laat versteld en beweegt dan geleidelijk weer in de richting van de oorspronkelijke waarde. De verstelling naar later kan voor elke cilinderrij afzonderlijk geregeld worden (cilinderrijselektief).
Als de pingelsensor uitvalt vindt er een opslag plaats in het storingsgeheugen van de DME-regeleenheid. Als er een storingsituatie optreedt dan wordt de motor door een constante verstelling naar later van de contacthoek beveiligd.
De dubbel-pingelsensor is met een 8 mm-bout aan de koelvloeistofmantel van het motorblok tussen de beide cilinderrijen bevestigd. Deze is zo geplaatst dat door één sensor de beide naast elkaar liggende cilinders worden bewaakt.
Als borging van de bouten mag slechts een borgmiddel worden gebruikt. Onderleg-, veer- of gekartelde schijven mogen onder geen voorwaarde worden gebruikt.
De zelfdiagnose van de pingelregeling omvat de volgende tests:
Wanneer er bij één van deze tests een storing wordt vastgesteld, dan wordt de pingelregeling afgeschakeld. Een noodprogramma neemt de contacthoekregeling over. Tegelijkertijd vindt er een opname in het storingsgeheugen plaats. Het noodprogramma gegarandeerd een bedrijf zonder schade vanaf minimum RON 91. Het is afhankelijk van de belasting, het toerental en de temperatuur van de motor.