Deze testmoduul dient voor het onderzoeken van de pedalen, vooral voor de gelijktijdige bediening van het gas- en rempedaal tijdens het rijden, om een mechanisch klemmend gaspedaal te herkennen.
De storing wordt opgeslagen in de DME-regeleenheid geset, als minimaal 2 seconden een constante wens van de bestuurder via het gaspedaal wordt herkend (constant betekent: wijziging van de pedaalhoek minder dan 0,4°) of 1 seconde of langer het rempedaal (remlichtschakelaar) wordt geactiveerd.
Zolang de constante wens van de bestuurder met de geactiveerde remlichtschakelaar aanwezig is, heeft dit de volgende effecten:
De DME-regeleenheid reduceert de wens van de bestuurder met 0,4° per 10 msec en schakelt de inspuiting uit.
Waarneembare uitwerkingen: net zoals het gaspedaal loslaten
- Roluitschakeling tijdens het rijden
- Vermogensverlies
- Verhoogd, constant toerental en / of mechanisch klemmend gaspedaal
Toerental ≥ 1280 1/min
Snelheid ≥ 7 km/h
Wens van de bestuurder ≥ 12° gaspedaalhoek
Geen invoer van storingen in de DME-regeleenheid voor de volgende componentengroepen:
- Pedaalwaardezender
- Remlichtschakelaar
Hieruit volgt:
Warmdraaifase (bij koude motor) en verhoogd stationair toerental, veroorzaakt door het inschakelen van elektrische verbruikers, leidt niet tot het invoeren van storingen.
Alleen bij een uitdrukkelijke klacht van de klant met betrekking tot een verhoogd, constant stationair toerental (hoger dan 1280 1/min) en / of een mechanisch klemmend gaspedaal moet, als de storing in het geheugen is opgeslagen, de pedaalwaardesensor worden vervangen.
Als de storing alleen in het geheugen is opgeslagen hoeven er geen componenten te worden vervangen.
Als deze storing meerdere malen optreedt, moet de klant op zijn gedrag (gelijktijdig indrukken van het gas- en rempedaal) worden gewezen.