Inspuitventiel

 

Inspuiting

Bij de volledig sequentiële inspuiting wordt elk inspuitventiel door een eigen eindtrap aangestuurd.

De volledig sequentiële inspuiting biedt de volgende voordelen:

- een verbeterde mengselsamenstelling voor elke afzonderlijke cilinder

- de aanpassing van het inspuitmoment aan de motorbedrijfstoestand (toerental, belasting, temperatuur)

- een cilinderselectieve inspuitcorrectie bij een variabele motorbelasting; d.w.z. tijdens een arbeidsscyclus kan de inspuittijd door een na-inspuiting worden verlengd of verkort

- een cilinderselectieve uitschakeling is mogelijk (b.v. bij een defecte bobine)

- diagnose van iedere afzonderlijke verstuiver is mogelijk

Deze voordelen van de volledig sequentiële inspuiting hebben effect, omdat alle cilinders onafhankelijk van elkaar van brandstof worden voorzien.

De aansturing van iedere afzonderlijke verstuiver via een eigen eindtrap zorgt ervoor, dat de inspuiting van de brandstof voor alle cilinders gelijk is en zo overal resulteert in een even goede mengselbereiding. De duur van de inspuiting is te veranderen en afhankelijk van de motorbelasting, het toerental en de temperatuur.

Omdat er slechts één keer per omwenteling van de nokkenas ingespoten wordt, is de verspreiding van de aangevoerde brandstofhoeveelheid ten gevolge van de componententolerantie geringer. Bovendien is de kwaliteit van het stationair toerental verbeterd, terwijl de activerings- en uitvaltijden op de inspuitventielen gereduceerd zijn. Bovendien zorgt het ook voor een iets lager brandstofverbruik.

Tijdens het rijden kan bij plotseling accelereren of het terugnemen van gas de inspuittijd worden gecorrigeerd. Indien het inspuitventiel nog open staat, kan op de kleppen die nog niet ingespoten hebben, of juist aan het inspuiten zijn of al ingespoten hebben, via een korte na-inspuiting, resp. verlenging of verkorting van de inspuittijd, het mengsel worden gecorrigeerd. Hierdoor wordt een betere reactie van de motor bereikt.