Elektrische stelmotor van de gasklep

Uit de stand van het gaspedaal en andere grootheden berekent de regeleenheid van de motor de bijbehorende stand van de gasklep. De gasklep wordt door de regeleenheid van de motor elektronisch geopend of gesloten.

Werking

Twee potentiometers geven de actuele stand van de gasklep aan. De regeleenheid van de motor stuurt de gasklep zolang aan, tot de actuele klepopening overeenkomt met de richtwaarde. Uit veiligheidsredenen worden twee potentiometers toegepast. De referentielijnen van de twee potentiometers zijn aan elkaar tegengesteld. Beide potentiometers krijgen een voedingsspanning van exact 5 V van de regeleenheid van de motor. Deze spanningsbron levert ook de voedingsspanning van sensor 1 van de positiesensor gaspedaal resp. de moduul gaspedaal.

Gaskleppotentiometer karakteristiek

GR_P120002

Bewaking van de signaalspanningen

De beide spanningssignalen van de potentiometers worden voortdurend door de regeleenheid van de motor bewaakt. Getest wordt, of de spanningen zich binnen het toegelaten gebied bevinden en ten opzichte van elkaar aannemelijk zijn. Bovendien of een kortsluiting aanwezig is. Wanneer een storing voorkomt, kan de regeleenheid van de motor aan de hand van het signaal van de luchtmassameter herkennen, welk signaal storingsvrij is.

Wanneer de motorregeleenheid de signaalspanning van een potentiometer als onjuist beoordeelt wordt de maximale gasklepopening begrensd op 20 graden.

Als beide signaalspanningen als onaannemelijk worden beoordeeld, wordt de aansturing van de gasklep uitgeschakeld. Onder deze omstandigheden is een herkenning van de actuele gaskleppositie niet mogelijk. De terugtrekveer sluit daarop de gasklep.

Bewaking van de stand van de klep

De motorregeleenheid controleert voortdurend of de werkelijke positie van de gasklep met de richtwaarde voor de positie overeenkomt. Op deze wijze kan een klemmende klep worden herkend. Wanneer een storing aanwezig is, wordt het motortoerental uit veiligheidsredenen begrensd op maximaal 1300/min.

Een stroef lopende klep, de dus slechts langzaam te verstellen is, wordt uitgeschakeld en door de terugtrekveer gesloten.Hierbij wordt het maximaal mogelijke motortoerental door uitschakelen van de inspuiting begrensd op 1300/min.