Schuif-/kanteldak (SHD)
Het elektrische schuif-/kanteldak maakt het openen, sluiten en kantelen van het glaspaneel in het dak mogelijk
Beknopte beschrijving van het onderdeel
Schuif-/kanteldak (SHD-moduul)
In de schuif-/kanteldakmoduul zijn de volgende componenten geïntegreerd:
- Gelijkstroommotor met reductietandwielgroep
- Elektronische regeleenheid
De elektronische regeleenheid stuurt en bewaakt alle elektrische functies van het schuif-/kanteldak.
Voor de herkenning van de mechanische eindstanden zijn in de SHD-moduul Hall-sensoren gemonteerd.
Bedieningsschakelaar
De bedieningsschakelaar kan in drie richtingen worden bediend. Voor de standen ”openen” en ”sluiten” zijn twee schakelpunten aanwezig die een handbediening (het dak verplaatst zich zolang de schakelaar wordt bediend) of een automatische bediening (het dak verplaatst zich automatisch tot de eindstand) mogelijk maken.
De bedieningsschakelaar is met draden verbonden met de schuif-/kanteldakmoduul.
Car Access System (CAS)
De regeleenheid Car Access System (CAS) bevat de functies voor de radiografische afstandsbediening, het start-/contactslot, de klemmenregeling en de wegrijbeveiliging. Bovendien is hij de Gatewaymoduul tussen de gegevensbussen K-CAN SYSTEEM en K-CAN PERIFERIE.
Het CAS geeft de wensen met betrekking tot de comfortopening of comfortsluiting van de ruiten en van het schuif-/kanteldak door via de databussen.
Belangrijkste functies
Bedieningen
De volgende bedieningen zijn mogelijk:
- Handmatig sluiten of openen
De bedieningstoets tot het eerste schakelpunt naar voren drukken (voor sluiten) of naar achteren drukken (voor openen). Het schuifdak verplaatst zich zolang de schakelaar wordt bediend.
- Automatisch sluiten of openen
De bedieningsschakelaar door het eerste schakelpunt heen drukken tot de aanslag (in richting openen of sluiten). Het schuifdak verplaatst zich automatisch tot de betreffende eindstand.
Opnieuw bedienen van de schakelaar onderbreekt de automatische bediening direct.
Opmerking: Het automatisch sluiten vanuit de stand ”glaspaneel gekanteld” is bij auto's vóór productie 25 februari 2002 niet mogelijk!
- Kantelen
Wanneer de bedieningsschakelaar in de richting ”kantelen” wordt gedrukt, verplaatst het schuifdak zich vanuit elke stand in de kantelstand.
Opmerking: Het automatisch sluiten vanuit de stand ”glaspaneel gekanteld” is bij auto's vóór productie 25 februari 2002 niet mogelijk!
- Comfortschakeling
Zoals bij de ruitbediening wordt ook het schuifdak geopend of gesloten, wanneer de toetsen van de zendsleutel na het vergrendelen of ontgrendelen van de centrale vergrendeling ingedrukt worden gehouden. De toetsen moeten zolang worden ingedrukt tot het schuifdak de gewenste stand heeft bereikt.
De comfortbediening kan ook via het portierslot van het bestuurdersportier worden uitgevoerd. Hierbij moet de mechanische sleutel zolang in de stand ”vergrendelen” of ”ontgrendelen” worden gehouden tot het schuifdak de gewenste stand heeft bereikt.
Opmerking: De functie comfortsluiten vanuit de stand ”glaspaneel gekanteld” is bij auto's vóór productie 25 februari 2002 niet mogelijk!
Inklembeveiliging
Om verwondingen door inklemmen te voorkomen is zowel bij de handbediening als de automatische bediening in de richting ”sluiten” een inklembeveiliging actief. De inklembeveiliging is zodanig geconstrueerd, dat onafhankelijk van de temperatuur en de boordnetspanning bij een bepaalde blokkering de beweging van het schuifdak wordt afgebroken. Bovendien wordt het schuifdak geopend om de blokkering op te heffen.
Voorwaarde voor een storingsvrije werking van de inklembeveiliging is dat het schuif-/kanteldak genormaliseerd is (zie hoofdstuk servicefuncties).
Opmerking: Bij auto's vóór productie 25 februari 2002 is geen inklembeveiliging voor de functie ”sluiten vanuit gekantelde stand” beschikbaar!
Panic-mode
De panic-mode dient ervoor dat het schuif-/kanteldak zeer snel wordt gesloten en dat de inklembeveiliging wordt gedeactiveerd.
De panic-mode bestaat uit 2 fasen:
- Fase 1:
De bedieningsschakelaar door het eerste schakelpunt heen tot de mechanische aanslag in de richting ”schuifdak sluiten” drukken en ingedrukt houden. Na een korte inschakelduur wordt het schuifdak met maximale snelheid gesloten.
Wanneer de schakelaar wordt losgelaten gaat het schuifdak langzamer bewegen in de automatische stand tot de stand ”gesloten”.
Wanneer tijdens het sluiten een inklemming wordt herkend wordt het sluiten onderbroken en het schuifdak iets geopend.
- Fase 2:
Wanneer de bedieningsschakelaar tijdens fase 1 wordt losgelaten en binnen 1 seconde weer wordt doorgedrukt en vastgehouden, wordt het schuifdak met maximale kracht gesloten.
De inklembeveiliging is in deze fase niet geactiveerd!
Afhankelijk van de codering zijn de volgende functies mogelijk:
- Panic-mode in 2 fasen (zoals aangegeven)
- Panic-mode alleen door fase 2 (zoals bij 5-serie E39)
- Geen panic-mode beschikbaar
Servicefuncties
Initialisatie
De initialisering van het schuif-/kanteldak bestaat uit de volgende procedures:
- De normering, waarbij de SHD-moduul de mechanische eindstand van het schuifdak in de stand ”kantelen” bepaalt en deze opslaat. Via deze eindstand worden de overige eindstanden door de moduul berekend.
- Het leren van de referentielijn, waarbij de SHD-moduul de benodigde kracht voor het bewegen van het schuifdak bepaalt en opslaat.
Procedure
De initialisering moet als volgt worden uitgevoerd:
- De bedieningsschakelaar in de stand ”kantelen” drukken en ingedrukt houden
- Na 15 seconden schakelt de SHD-aandrijving in de richting ”kantelen” in en beweegt in de richting ”kantelen”. De eindstand wordt in de moduul opgeslagen.
- In de stand ”kantelen” stopt de aandrijving gedurende 5 seconden en beweegt vervolgens in de richting ”sluiten”. Daarbij wordt de referentielijn voor ”sluiten vanuit kantelen” geleerd.
- Vervolgens beweegt de aandrijving in de eindstand ”openen”, keert om en beweegt in de richting ”sluiten”. Daarbij wordt de referentielijn voor ”sluiten” geleerd.
Tijdens de gehele procedure moet de schakelaar ingedrukt blijven. Wanneer de schakelaar wordt losgelaten moet de procedure worden herhaald.
Belangrijk!
Voor het waarborgen van een storingsvrije werking van de inklembeveiliging moet de initialisering altijd, na alle werkzaamheden aan het schuif-/kanteldak worden uitgevoerd!
Wanneer het schuif-/kanteldak via de noodbediening mechanisch is bediend, is het noodzakelijk dat de normering, dus het leren van de eindstand ”kantelen” opnieuw wordt uitgevoerd.
Hiervoor moet de bedieningsschakelaar in de stand ”kantelen” worden gedrukt. Na 15 seconden beweegt de aandrijving in de stand ”kantelen”. Als de eindstand is bereikt, kan de schakelaar worden losgelaten.