Ontluchting DSC8 en doorspoelen van de stuurleidingen; E83 RL
De beschreven werkwijze is vanwege de ligging van de leidingen tussen de tandem-hoofdremcilinder en de DSC-eenheid voor de E83 RL dwingend voorgeschreven. Deze ontluchtprocedure kan ook bij problemen met de ontluchting van de remsystemen E83 LL en E60 worden uitgevoerd.
Stuurleidingen: De zogenaamde stuurleidingen (verbindingsleidingen tussen tandem-hoofdremcilinder en DSC-eenheid) kunnen bij de E83 RL niet op conventionele wijze met het remvloeistof-verversingsapparaat worden ontlucht. Dit wordt veroorzaakt door de grote leidingdiameter en de ligging van de leidingen. Met deze speciale spoelprocedure worden remvloeistof en ingesloten lucht in de richting van de remklauw gevoerd.
Primaire circuit: In de DSC-eenheid kunnen luchtbellen zich aan randen en kleppen hechten. Door de trillingen die tijdens het ontluchten met de DIS-tester/GTone optreden komen de luchtbellen los.
Secundair circuit: In normale gevallen (DSC regelt niet) is het secundaire circuit van de DSC-eenheid gesloten. De lucht die zich daarin bevindt, kan bij doorspoelen met het remvloeistof-verversingsapparaat niet ontsnappen. Met de DIS-Tester / GTone worden de pomp en de uitlaat-, inlaat- en hogedrukschakelkleppen aangestuurd. Daardoor wordt ook het secundaire circuit ontlucht.
Na het vervangen en repareren van de volgende onderdelen moet met de DIS-tester/GTone worden ontlucht:
- Hydraulische unit
- Hoofdremcilinder
- Onderdelen resp. verbindingsleidingen die tussen de hydraulische unit en de hoofdremcilinder liggen
Werkzaamheden:
De volgorde van de bewerkingen moeten beslist worden aangehouden: linksachter (LA), linksvoor (LV) rechtsvoor (RV) rechtsachter (RA)
- Remvloeistofverversingsapparaat aansluiten en inschakelen (de vuldruk mag 2 bar niet overschrijden)
- Stuurleiding achteras-remcircuit doorspoelen:
- Ontluchtingsfles op de ontluchtingsnippel LA aansluiten
- Ontluchtingsnippel LA openen
- Ontluchtprocedure starten (teststap: ”Achteras-remcircuit doorspoelen”)
Attentie: rempedaal niet bedienen!
- Remleiding LA ontluchten:
- Ontluchtingsnippel LA blijft open
- Ontluchtprocedure voortzetten (teststap: ”Remleiding LA ontluchten”)
- Met rempedaal pompen terwijl de procedure wordt uitgevoerd: - rempedaal tot de aanslag krachtig indrukken - rempedaal 4 tot 5 seconden vasthouden - rempedaal loslaten
Pompprocedure ca. 6 in 30 seconden. Pompprocedure afsluiten, als remvloeistof zonder luchtbellen naar buiten stroomt. Zo nodig de rempedaalbediening voortzetten; d.w.z. meer dan 6 keer en langer dan 30 seconden
Aanwijzing: Rempedaalweerstand wijzigt zich afhankelijk van de klepschakelingen en de werking van de pomp. Rempedaalbedieningen moeten desondanks zoals beschreven worden uitgevoerd.
- Ontluchtingsnippel LA sluiten
- Stuurleiding voorasremcircuit doorspoelen:
- Ontluchtingsfles op de ontluchtingsnippel LV aansluiten
- Ontluchtingsnippel LV openen
- Ontluchtprocedure voortzetten (teststap: ”Vooras-remcircuit doorspoelen”)
Attentie: rempedaal niet bedienen!
- Remleiding LV ontluchten:
- Ontluchtingsnippel LV blijft open
- Ontluchtprocedure voortzetten (teststap: ”Remleiding LV ontluchten”)
- Met rempedaal pompen terwijl de procedure wordt uitgevoerd: - rempedaal tot de aanslag krachtig indrukken - rempedaal 4 tot 5 seconden vasthouden - rempedaal loslaten
Pompprocedure ca. 6 in 30 seconden. Pompprocedure afsluiten, als remvloeistof zonder luchtbellen naar buiten stroomt.
- Ontluchtingsnippel LV sluiten
- Remleiding RV ontluchten:
- Ontluchtingsfles op de ontluchtingsnippel RV aansluiten
- Ontluchtingsnippel RV openen
- Ontluchtprocedure voortzetten (teststap: ”Remleiding RV ontluchten”)
- Met rempedaal pompen terwijl de procedure wordt uitgevoerd: - rempedaal tot de aanslag krachtig indrukken - rempedaal 4 tot 5 seconden vasthouden - rempedaal loslaten
Pompprocedure ca. 20 in 100 seconden. Pompprocedure afsluiten, als remvloeistof zonder luchtbellen naar buiten stroomt.
- Ontluchtingsnippel RV sluiten
- Remleiding RA ontluchten:
- Ontluchtingsfles op de ontluchtingsnippel RA aansluiten
- Ontluchtingsnippel RA openen
- Ontluchtprocedure voortzetten (teststap: ”Remleiding RA ontluchten”)
- Met rempedaal pompen terwijl de procedure wordt uitgevoerd: - rempedaal tot de aanslag krachtig indrukken - rempedaal 4 tot 5 seconden vasthouden - rempedaal loslaten
Pompprocedure ca. 20 in 100 seconden. Pompprocedure afsluiten, als remvloeistof zonder luchtbellen naar buiten stroomt.
- Ontluchtingsnippel RA sluiten
- Contact uitzetten, 10 seconden wachten, contact weer aanzetten. Daarmee wordt tevens gewaarborgd dat de aanstuurprocedures worden beëindigd.
- Verwijder het remvloeistofverversingsapparaat
Opmerking:
Voor deze werkzaamheden is een tweede monteur vereist