Temperatuursensor inlaatlucht

De temperatuursensor inlaatlucht is bij auto's met motormanagement MS45 in de luchtmassameter geïntegreerd. Voor het omzetten van de temperatuur in een voor de DME regeleenheid elektrisch analyseerbare meetwaarde wordt een precisie-warmtegeleider (NTC-weerstand) toegepast.

De temperatuursensor inlaatlucht is niet voor de correctie van de inspuittijd nodig, omdat automatisch rekening wordt gehouden met de aanzuigluchttemperatuur bij de luchtmassameting. De temperatuursensor inlaatlucht is nodig bij het starten in combinatie met de sensor voor de koelvloeistoftemperatuur van de motor. De weerstandswaarden van de beide sensoren leveren de nauwkeurige informatie voor de bepaling van de inspuittijd. Op deze manier worden gericht warmstartproblemen vermeden.

Tijdens het starten kan de luchtkolom in de luchtmassameter schommelen. Daardoor kan de afgegeven waarde van de luchtmassameter niet als correcte waarde voor de inspuittijd gebruikt worden. Tijdens het starten wordt daarom tot een vrij programmeerbare toerentaldrempel de temperatuursensoren als meetgrootheid toegepast.