Energiediagnose: ruststroombewaking

Meting van de ruststroom

Werkwijze voor externe ruststroommeting: zie het hulpdocument ”Inslapen met externe ruststroommeting observeren” of Service Information-nummer 610399474.

Herkenningskenmerken voor het inslapen van de auto (de rusttoestand treedt normaal gesproken na maximaal 3 minuten in):

De tijdsduur voor het normaal inslapen en de reguliere verbruikersuitschakeling bedraagt max. 60 minuten na klem R uit. Om de tijd voor het storingzoeken bij verstoringen van de ruststroom te verkorten, is het mogelijk om de auto via het Power Down commando direct te laten inslapen.

Power-Down-commando: gedwongen inslapen

Om de auto in de rusttoestand te brengen, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

Vervolgens kan het Power-Down-commando met de betreffende testmodule of de servicefunctie worden gegeven.

Attentie: De rusttoestand wordt door het opnieuw wekken van de auto beëindigt, bijvoorbeeld bij het bedienen van de afstandsbediening, portierhandgreep, enz.

Als aan de hand van de herkenningskenmerken (zie boven) geconstateerd wordt dat de auto ingeslapen is, kan na circa 30 seconden een ruststroommeting uitgevoerd worden. De totale ruststroom moet <80 mA bedragen.

Regulier inslapen

Als aan de hand van de herkenningskenmerken (zie boven) geconstateerd wordt dat de auto is ingeslapen, moet na circa 60 minuten een totale ruststroom van <80 mA worden bereikt (zie document ”Ruststroomgedrag”).

GR_P656501
  1. Klem R uit De auto slaapt na 2-3 minuten in.
  2. Regulier wekken voor de verbruikersuitschakeling na 16 minuten (uitschakeling verbruikers dak en binnenverlichting door de powermoduul).
  3. Uitschakeling verbruikers carrosserie door de powermoduul na 60 minuten.


Opmerking: Als de motor enige tijd heeft gedraaid, moet rekening worden gehouden met twee extra wekkers: 30 min en 70 min na klem R UIT wekt KOMBI de auto voor het controleren van de koelvloeistoftemperatuur. De beide wekkers zijn normaal en hebben geen storingsgeheugenopslag tot gevolg.

GR_FB6107065
  1. Eerste wekken van KOMBI (opvragen koelvloeistoftemperatuur).
  2. Tweede wekken van KOMBI (opvragen koelvloeistoftemperatuur).

Verstoring van de ruststroom

De powermoduul begint circa 60 minuten na klem R uit met de ruststroomcontrole, als de auto normaal is ingeslapen en in de tussentijd niet onterecht is gewekt.
Indien gedurende 8 minuten een verstoring van de ruststroom wordt herkend, schakelt de powermoduul de spanningsvoorziening van de volgende verbruikers gedurende enkele seconden uit (regeleenheid-reset):

Indien de verstoring van de ruststroom blijft bestaan, wordt na weer 8 minuten de spanningsvoorziening van de hierboven genoemde verbruikers voor deze rustcyclus continu uitgeschakeld.

Voor auto's vanaf productiedatum 03.2005:
Indien ondanks de uitschakeling van de spanningsvoorziening van de verbruikers de ruststroom verstoord blijft, worden de volgende nog niet uitgeschakelde verbruikers gereset (10 seconden): KOMBI, LM, FBD-ontvanger, CAS en DME/DDE. Deze korte uitschakeling vindt alleen plaats voor zover geen actieve lichtfunctie wordt geregistreerd.
De DWA ontvangt geen reset resp. geen uitschakeling van de spanningsvoorziening.

Voor het vaststellen van de veroorzaker, moet op de hoogspanningsuitgangen (met de stroomtang) worden gemeten. Op deze wijze kan worden vastgesteld waar de verbruiker zich bevindt: stroomverdeler voor of achter.
Bij de betreffende stroomverdeler kan door het stapsgewijs verwijderen van zekeringen de veroorzaker worden vastgesteld.

Indien de powermoduul de ruststroom door het uitschakelen niet kan verminderen het storingzoeken a.u.b. voortzetten bij de via klem 30 van voeding voorziene componenten (zie bovenstaande lijst).

Inslapen voorkomen of vaak onterecht wekken

Voorkomen van inslapen: De verlichting, bijvoorbeeld de START-STOP-toets (als herkenningskenmerk voor activiteit van de bussystemen) gaat na 2-3 minuten na klem R uit niet uit.

of

Wekker: Verlichting, bijvoorbeeld de START-STOP-toets, gaat kort uit en weer aan.

Opmerking:

Indien de auto niet continu in de rusttoestand gaat, moet worden vastgesteld, welke bus resp. welke regeleenheid de auto zonder reden wekt of het inslapen voorkomt.

Procedure: