Inslapen d.m.v. externe meting van de ruststroom in acht nemen
In de geparkeerde auto kunnen af en toe of permanent een verhoogde ruststroom of teveel wekkers optreden. Mogelijk oorzaken zijn defecte bijbehorende componenten van een regeleenheid (sensor, schakelaar, kortsluiting, enz.) of defecte regeleenheden.
Een automatische herkenning van de veroorzaker is bij de E65-E66 niet mogelijk en voor het opsporen van storingen is een externe ruststroommeting nodig, om het inslapen van de auto te kunnen observeren.
Procedure: externe ruststroommeting met meettechniek
Voor een langdurige meting van de ruststroom zijn de GT1, DISplus of MIB oscilloscoop met de 50A-stroomtang zeer geschikt.
Voorbereiding van de auto:
Vóór het uitvoeren van de meting moet de auto eerst worden voorbereid, om goede resultaten te kunnen bereiken en mogelijke storingen tijdens de meting te voorkomen:
- De auto op een plek neerzetten waar de meting ongestoord kan worden uitgevoerd.
- De accu moet voldoende opgeladen zijn en de acculader mag niet aangesloten zijn. Accu zo nodig opladen.
- De motorkap openen en de motorkapcontactschakelaar omhoogtrekken (simulatie van een gesloten motorkap).
- Vervolgens moet het kofferdeksel worden geopend en moet het slot bij geopend kofferdeksel met een schroevendraaier o.i.d. worden vergrendeld (simulatie gesloten kofferdeksel).
- Een leeslamp inschakelen (herkenning van de eerste verbruikersuitschakeling: VA_dak).
- Dashboardkastje openen (herkenning van de tweede verbruikersuitschakeling: VA_carrosserie).
- Bestuurdersportier openen en weer sluiten (simulatie instappen).
- Contact afzetten, tenminste 5 seconden wachten en het contact weer aanzetten. Afstandsbediening of identificatiegever voor auto's met Comfort Access uit de insteekopening verwijderen en niet in de auto laten.
- Bestuurdersportier weer openen en het slot bij geopend portier met een schroevendraaier o.i.d. vergrendelen (simulatie uitstappen).
- De auto centraal sperren.
Instelling van de oscilloscoop voor een langdurige meting:

- (1) Schrijfmodus activeren.
- (2) Stroom 50 A selecteren.
- (3) Meetbereik +10 A selecteren.
- (4) Frequentiebereik selecteren: bijv. 0,2 mHz (1 meting per 10 seconden resulteert in een maximale registratieduur van 13,8 uur).
Opmerking: Door het frequentiebereik worden de meettijd en het aantal keren dat de meetwaarden worden geregistreerd vastgesteld. Als de ingestelde meetfrequentie hoog is, betekent dit dat een meting vaak wordt uitgevoerd, maar dat de meettijd korter wordt.
- Oscilloscoop-weergave selecteren.
- 50A-stroomtang op GT1, DISplus of MIB aansluiten
Opmerking: De 50A-stroomtang wordt overeenkomstig de aanwijzingen op het beeldscherm van het betreffende diagnosesysteem tijdens de instellingen gekalibreerd. Daarom mag de 50A-stroomtang niet op de auto zijn aangesloten.
Opmerking: Bij alle langdurige metingen moet de GT1 op het dockingstation zijn aangebracht.
zie bijv. hieronder aansluiting van de 50A-stroomtang (1) met de 2/3-adapter (2) op de GT1 (3):

Aansluiting van de 50A-stroomtang op de auto:
als de massakabel van de accu toegankelijk is, de 50A-stroomtang (1) hierop aansluiten (pijl in de richting van de accu), anders de stroomtang op de pluskabel van de accu (2) naar de powermoduul aansluiten:
Opmerking: Via de pluskabel van de accu naar de powermoduul worden de volgende verbruikers niet geregistreerd: Dynamo, startmotor, elektrische ventilateur, secundaire-luchtpomp, Valvetronic (benzinemotor), Common Rail (dieselmotor).
Inslapen van de auto observeren en storingzoeken
Regulier inslapen
Met de herkenningstekens (zie tabel verder hieronder) kan het inslapen van de auto worden gevolgd.
Nr.
|
Tijd
|
Gebeurtenis
|
Herkenningstekens
|
1
|
0 - 3 min
|
Bereiken van de rusttoestand
|
- Verlichting van de START-STOP-toets dooft. Verlichting van de schakelaarblokken van de stoelverstelling dooft. Verlichting van de kinderbeveiligingsschakelaar op het schakelaarblok bestuurdersportier (groene LED) dooft.
|
|
3 - 16 min
|
De auto slaapt
|
|
2
|
16 - 17 min
|
PM wekt de auto: uitschakeling VA_dak
|
- Leeslamp dooft.
|
|
17 - 60 min
|
De auto slaapt
|
|
3
|
60 min
|
Uitschakeling VA_carrosserie
|
- Verlichting dashboardkastje dooft.
|
Opmerking: Als de motor enige tijd heeft gedraaid, moet rekening worden gehouden met twee extra wekkers: 30 min en 70 min na klem R UIT wekt KOMBI de auto voor het controleren van de koelvloeistoftemperatuur. De beide wekkers zijn normaal en hebben geen storingsgeheugenopslag tot gevolg.
- Eerste wekken van KOMBI (opvragen koelvloeistoftemperatuur).
- Tweede wekken van KOMBI (opvragen koelvloeistoftemperatuur).
Inslapen met ruststroomverstoring
Nr.
|
Gebeurtenis
|
1
|
Begin van de ruststroomcontrole na uitschakeling van VA_carrosserie.
|
2
|
Herkenning van een ruststroomverstoring gedurende 8 minuten.
|
3
|
PM wekt de auto en na 90 seconden worden de klemmen 30U en 30B gedurende enkele seconden uitgeschakeld (regeleenheid-reset). PM slaat storing A158 met de gemeten ruststroomwaarde als extra informatie op.
|
4
|
Reset van Kl. 30U en 30B: Alle door de powermoduul van voeding voorziene verbruikers, behalve KOMBI, LM, FBD-ontvanger, CAS, DWA en DME/DDE.
|
5
|
Ruststroomverstoring nog steeds aanwezig
|
6
|
PM wekt de auto en na 90 seconden worden de klemmen 30U en 30B voor deze rustcyclus permanent uitgeschakeld. PM slaat storing A161 met de gemeten ruststroomwaarde als extra informatie op.
|
7
|
Uitschakeling van Kl. 30U en 30B: Alle door de powermoduul van voeding voorziene verbruikers, behalve KOMBI, LM, FBD-ontvanger, CAS, DWA en DME/DDE.
|
In dit voorbeeld was de ruststroomverstoring na het resetten van klem 30U en 30B nog steeds aanwezig:
- Als de ruststroomverstoring na uitschakeling van klem 30U en 30B niet meer aanwezig is, wordt deze veroorzaakt door een regeleenheid of component die op een van deze beide klemmen aangesloten is.
Voor het vaststellen van de veroorzaker moet met de stroomtang op de hoogspanningsuitgangen van de powermoduul worden gemeten. Op deze wijze kan worden vastgesteld waar de verbruiker zich bevindt: stroomverdeler voor of achter.
Bij de betreffende stroomverdeler kan door het stapsgewijs verwijderen van zekeringen de veroorzaker worden vastgesteld.
- Als de ruststroomverstoring na het uitschakelen van klem 30U en 30B nog steeds aanwezig is, het storingzoeken concentreren op de componenten die via klem 30 worden gevoed: KOMBI, LM, CAS, DWA, DME/DDE en FBD-ontvanger.
Inslapen met veel wekkers
Nr.
|
Gebeurtenis
|
1
|
Bevoegde buswekkers Uitschakeling van VA_dak.
|
2
|
Uitschakeling van VA_carrosserie.
|
3
|
De powermoduul heeft meer dan 30 wekkers geregistreerd en schakelt klem 30U en 30B voor deze rustcyclus permanent uit..
|
Opmerking:
- De auto moet normaal gesproken ook bij geopende portieren en kleppen in de rusttoestand gaan!
- Normaal gesproken worden door een storing (wekken of voorkomen van inslapen) altijd alle bussystemen wakker gehouden resp. gewekt!
Indien de auto niet continu in de rusttoestand gaat, moet worden vastgesteld, welke bus resp. welke regeleenheid de auto zonder reden wekt.
Procedure:
- Het storingsgeheugen uitlezen en de testmodules bij alle opgeslagen storingen afwerken.
- Om te controleren door welk bussysteem de auto wordt gewekt zo nodig de betreffende gegevensdraad van de verschillende bussystemen van de gateway (hier: SGM-ZGM of ZGM) bij wijze van proef losmaken.
- Mogelijke veroorzakers door het stapsgewijs verwijderen van zekeringen of het losmaken van de betreffende regeleenheden identificeren.
- Bij auto's met SU comforttoegang tevens het TAGE (portierbuitenhandgreepelektronica) van alle portieren een voor een losmaken.
- Na het storingzoeken of het oplossen van de storing de auto meerdere malen bij wijze van proef laten inslapen en het gedrag bij het inslapen gadeslaan!