Het MOST (Media Oriented Systems Transport) netwerk maakt via een ringstructuur gegevensuitwisseling mogelijk tussen de regeleenheden. De signaaloverdracht gebeurt door middel van glasvezeltechniek (lichtgeleiders). De overdracht in de ring vindt daarbij maar in één richting plaats. In het MOST-systeem kunnen alleen maar berichten worden verstuurd als de ring gesloten en klaar voor gebruik is. Als er sprake is van een defect in het MOST-systeem, kan alleen nog via diagnose met het instrumentenpaneel en het Control Display worden gecommuniceerd. Dit is mogelijk omdat de beide regeleenheden rechtstreeks op de K-CAN-SYSTEEM-bus zijn aangesloten.
Als bijv. de spanningsvoorziening of de diode van een regeleenheid defect is, dan kan niet meer worden gecommuniceerd met de regeleenheden op de MOST-bus. Dit geldt natuurlijk niet voor het instrumentenpaneel en het Control Display.
Overdrachtsrichting binnen de MOST-ring
De overdracht van berichten verloop van het Control Display richting cd-wisselaar/iPod-interface, antennetuner, ..., instrumentenpaneel, ... en weer terug naar het Control Display.
Control Display
Het Control Display is opgesplitst in de functies cd-GW Control Display (Gateway) en cd Control Display. De Gateway vormt de interface tussen de bussen MOST en K-CAN SYSTEEM. Voor de verdere diagnose (storingsgeheugen uitlezen, enz.) van het Control Display, moet op de tester alleen de regeleenheidnaam cd-GW Control Display (Gateway) worden geselecteerd!
In verband met de hoge ruststroom moeten de MOST-regeleenheden in de ”slaapmodus” van de spanningsvoorziening worden losgekoppeld. Als bijv. een storing op de bus aanwezig is, zodat de MOST-bus voortdurend wordt gewekt, dan wekt de Control Display automatisch de CAN-bus. Als gevolg hiervan ontwaken alle bussen in de auto. Hierdoor wordt de accu echter ontladen. Hierbij is het van groot belang om te weten wie het wekken heeft uitgevoerd! Om te bepalen welk MOST-regeleenheid de MOST-bus heeft gewekt, kan de status ”Wekken” van alle MOST-regeleenheden worden uitgelezen. Als de status ”Wekken” van een afzonderlijke MOST-regeleenheid moet worden bepaald, dan moet naar de regeleenheidsfuncties worden gegaan en onder Diagnose opvragen de modus ”Wekstatus” worden geselecteerd.
Als status is mogelijk:
De regeleenheid met de status ”Regeleenheid heeft gewekt” heeft het wekken veroorzaakt. Hiermee is de veroorzaker gevonden, maar niet de reden voor het wekken.
Voorbeeld:
cd-GW Control Display (Gateway) geeft de status ”Regeleenheid heeft gewekt”. Dan kan het zijn, dat het Control Display heeft gewekt door:
Betekenis ”slapen”: De interne spanningsvoorziening wordt uitgeschakeld
Betekenis ”wekken”: De interne spanningsvoorziening wordt ingeschakeld