Het Control Display is een multifunctioneel display dat midden in het dashboard is opgenomen. De bediening van het centrale beeldscherm gebeurt via een centraal bedieningselement, de controller. Het Control Display communiceert via het optische bussysteem MOST (Media Oriented Systems Transport) met alle andere MOST-busdeelnemers. De koppeling met de overige bussystemen gebeurt via de K-CAN SYSTEEM-bus. Hierbij vormt het Control Display een gateway (interface) tussen de bussen voor MOST en K-CAN SYSTEEM. Een uitzondering vormt het instrumentenpaneel. Om veiligheidsredenen heeft dit een aparte verbinding met het K-CAN SYSTEEM. Daarmee wordt gewaarborgd dat bij het uitvallen van het MOST-systeem de voor de rijveiligheid belangrijke informatie zoals de waarschuwingscontrolelamp of de autosnelheid weergegeven kunnen worden.
Het Control Display bestaat uit de volgende componenten:
Het Control Display is voor het gebruik in de E65/E66/E67 of in de RR01 verschillend opgebouwd:
In de elektronica-eenheid zijn twee processoren geïntegreerd.
RR01: In tegenstelling tot de E65/E66/E67 wordt het ”intelligente” CID centraal informatiedisplay toegepast Het CID centraal informatiedisplay heeft een eigen processor met aansluiting op de gegevensbus K-CAN SYSTEEM.
Opmerking:
De teksten voor Check Control-meldingen en de Condition Based Service (CBS = Service op basis van behoefte) zijn in het instrumentenpaneel opgeslagen De teksten worden al naargelang de noodzaak naar het Control Display gestuurd.
Als display-achtergrondverlichting worden twee in het displayhuis geïntegreerde kathodebuizen gebruikt. Een interne temperatuursensor, die in thermisch contact met de kathodebuizen staat, maakt een temperatuurafhankelijke helderheidscorrectie van de buizen mogelijk. Voor de aanpassing aan het omgevingslicht bevindt zich rechts onder in het LC-display een fotocel.
Via de controller bestaat de mogelijkheid een servicemodus te activeren. Met de servicemodus kunnen b.v. hardware-/software-versies voor het Control Display resp. de regeleenheden in het MOST-netwerk worden uitgelezen. De servicemodus dient als eenvoudig hulpmiddel voor het snel opvragen van informatie zonder diagnosetester.
Activeren van de servicemodus:
1. In het startmenu de controller minstens 10 seconden lang naar beneden drukken.
2. Controller drie schakelstappen naar rechts draaien.
3. Controller drie schakelstappen naar links draaien.
4. Controller één schakelstap naar rechts draaien.
5. Controller één schakelstap naar links draaien.
6. Controller één schakelstap naar rechts draaien.
7. Controller naar beneden drukken.
Als de functie ”MOST-apparaten” wordt geselecteerd, dan verschijnt een lijst van alle deelnemers van het MOST-netwerk. Na het selecteren van een regeleenheid verschijnt een scrollbare lijst met de volgende informatie: Codenummer, hardwarenummer, codeerindex, diagnose-index, versie-index, fabricagedatum, naam fabrikant, versie berichtencatalogus, sofwareversie en bedrijfssysteemversie.
In de functie ”Instellingen” kunnen de volgende service-instellingen worden gerealiseerd:
Het beëindigen van de servicemodus wordt met behulp van het pijlsymbool linksonder op het beeldscherm bereikt.
Diagnose
E65/E66/E67: Hoewel het bij het Control Display (elektronica-eenheid + displayhuis) om één regeleenheid gaat, worden op de tester twee regeleenheidnamen weergegeven.
RR01: In de RR01 bestaat het Control Display slechts uit de elektronica-eenheid.In tegenstelling tot E65/E66/E67 wordt het ”intelligente” CID centraal informatiedisplay toegepastZodoende worden op de tester drie regeleenheidnamen weergegeven:
Als het complete systeem (storingsgeheugen uitlezen, diagnose opvragen enz.) moet worden getest, dan moeten de regeleenheidsfuncties CD-GW Control Display (Gateway), CD Control display en CID centraal informatiedisplay worden geselecteerd.