Dit waarschuwingssysteem (RPA) is een systeem dat de conditie van de banden tijdens het rijden controleert. De ABS-toerentalsensoren controleren de vier wieltoerentallen onafhankelijk van elkaar. De CIM-regeleenheid verwerkt de toerentalsignalen van de afzonderlijke ABS-toerentalsensoren en stuurt zo nodig de betreffende informatie naar de bestuurder. Op deze wijze wordt de bestuurder over eventuele bandenpech geïnformeerd.
Regeleenheid
De functie Servotronic is geïntegreerd in het Chassis Integration Module (CIM). De CIM-regeleenheid verwerkt de toerentalsignalen van de ABS-wieltoerentalsensoren. De voor de serie noodzakelijke bandenparametergegevens zijn niet veranderbaar in de CIM-regeleenheid opgeslagen.
ABS-toerentalsensoren
De ABS-wieltoerentalsensoren leveren de vier wieltoerentalsignalen via de DSC-regeleenheid direct aan de CIM-regeleenheid. Elk wieltoerentalsignaal wordt via een eigen leiding van de DSC-regeleenheid naar de CIM-regeleenheid gestuurd.
Softkeys
De softkey is in de controller geïntegreerd en dient ter standaardisering van het systeem.
Het systeem controleert de conditie van de banden tijdens het rijden. Door spanningsverlies in een band wordt de afrolomtrek van een wiel kleiner. Hierdoor wordt de rotatiesnelheid van het wiel hoger. Het waarschuwingssysteem voor bandenpech meet de wieltoerentallen en vergelijkt dit toerental met het toerental van het diagonaal daar tegenover liggende wiel. Het systeem berekent de gemiddelde wielsnelheid en herkent op deze manier spanningsverlies. Hierbij worden extreme omstandigheden zoals een felle acceleratie en hoge bochtsnelheden door de software herkend en gecorrigeerd. Het systeem werkt bij rijsnelheden boven 15 km/h. De ABS-toerentalsensoren bepalen de wieltoerentalsignalen en sturen deze via de DSC-regeleenheid naar de CIM-regeleenheid. De bestuurder bepaalt de te controleren bandenspanning. Via de softkey draagt hij het systeem op de werkelijke set banden met de gekozen bandenspanning als nominale druk over te nemen. Het systeem berekent in het kader van het standaardiseringsproces automatisch de voorgeschreven bandenspanning Afhankelijk van de rijstijl en de omstandigheden kan dit leerproces tussen de 45 minuten en enkele uren duren. Het systeem is echter al na 10 minuten in staat een spanningsverlies van 50 % te herkennen. Naarmate het standaardiseringsproces vordert, worden de waarschuwingsgrenzen met 30 % ± 10 % van de spanning bij koude banden verhoogd. Via het instrumentenpaneel wordt de bestuurder over de bedrijfstoestand van het waarschuwingssysteem geïnformeerd.
Aanvullende informatie: ”Bij standaardbanden: Banden vervangen, zie gebruikershandleiding. Bij veiligheidsbanden:Max. 250 km doorrijden bij max. 80 km/h mogelijk. Door de dichtstbijzijnde BMW Service laten controleren.”
Het systeem heeft een afplatting van een band vastgesteld die boven de de gedefinieerde grenswaarde ligt (zie werking).
Aanvullende informatie: ”Controle bandenpech uitgevallen! Bandenpech kan niet gedetecteerd worden. Bij de eerstvolgende gelegenheid een bezoek aan BMW Service brengen.”
Een door de CIM-regeleenheid herkende storing in het systeem.
Een standaardisering moet altijd worden uitgevoerd als de bandenspanning voor koude banden, de positie van het wiel worden gewijzigd en als nieuwe banden worden gemonteerd. Als dat niet het geval is kan een foutieve waarschuwing worden gegeven.