Stoelventilatie bestuurderszijde, passagierszijde

De stoelventilatie maakt afzonderlijke koeling van zitting en leuning mogelijk.

Beknopte beschrijving van het onderdeel

Stoelmodule bestuurderszijde/passagierszijde

Al naargelang de uitrusting zijn de stoelen met verschillende stoelmodules uitgerust. In principe bestaan er 2 verschillende modulegroottes:

Als de stoel met de optie Lendenverstelling of Actieve stoel is uitgerust, wordt de module met een stekkeraansluiting met 10 kamers gemonteerd.

De stoelmodule is rechtstreeks aan de betreffende stoel bevestigd.

De stoelmodules zijn via de CAN-bus met de auto gekoppeld.

Bedieningscentrum tunnelconsole

De regeleenheid bedieningscentrum tunnelconsole heeft de volgende functies:

De regeleenheid bedieningscentrum tunnelconsole is ondergebracht in de middelste armleuning vóór.

Bedieningsschakelaars bestuurdersstoel/passagiersstoel

Al naargelang de uitrusting zijn er verschillende schakelaarblokken gemonteerd.

De schakelaarblokken zijn via bandkabels met het bedieningscentrum tunnelconsole (BZM) verbonden.

Ventilatormotoren

In elke stoel zijn 8 of 9 ventilatormotoren gemonteerd (al naargelang de stoeluitvoering).

Belangrijkste functies

Stoelventilatie

Via de bedieningsschakelaar kan de gewenste ventilatietrap gekozen worden. Door de drie LED's wordt de betreffende ventilatietrap aangegeven.

Aansturing van de ventilatormotoren

De betreffende stoelmodule stuurt de ventilatormotoren aan. De ventilatormotoren:

Voor elke ventilatiemotor is behalve een voedingsspanningsleiding ook een regel-/diagnoseleiding aanwezig. Via de regel-/diagnoseleiding wordt:

Bediening

De stoelventilatie kan vanaf klem 15 worden ingeschakeld. Als de toets de eerste keer wordt ingedrukt, wordt trap 3 ingeschakeld. Als de toets weer wordt ingedrukt, wordt de eerstvolgende lagere trap of ”uit” gekozen. Als de toets langer dan 1,2 seconden wordt ingedrukt, wordt de stoelventilatie uitgeschakeld.

Bij het kortstondig uitschakelen van de ontsteking blijft de ventilatiefunctie behouden. De stoelventilatie wordt weer in de betreffende trap actief als de ontsteking weer wordt ingeschakeld.

Inschakeltrap - toerental ventilatormotor

Trap

Zitting

Leuning

LED

3

hoog

hoog

3

2

hoog

laag

2

1

laag

laag

1

0

OPEN

OPEN

0

Na een bedrijfstijd van 15 minuten schakelt het systeem automatisch van trap 3 naar trap 2 terug.

Veiligheidsfunctie

Verbruikersuitschakeling

Bij het signaal ”Regeling maximale reducering prioriteit” van de powermodule wordt de stoelventilatie qua vermogen gereduceerd of uitgeschakeld.

De functiesignaleringen (LED) blijven ingeschakeld als de stoelventilatie kortstondig uitgeschakeld wordt.