Stoelverwarming achterbank

De stoelverwarming regelt het verwarmingsvermogen overeenkomstig de door de gebruiker gewenste waarde

Beknopte beschrijving van het onderdeel

Stoelmodule bestuurderszijde achter/passagierszijde achter

De stoelmodule is in de kofferruimte gemonteerd.

De stoelmodules zijn via de CAN-bus met de auto gekoppeld.

Bedieningscentrum tunnelconsole achterin

De regeleenheid bedieningscentrum tunnelconsole achterin heeft de volgende functies:

De regeleenheid bedieningscentrum tunnelconsole achterin is ondergebracht in de middelste armleuning achter

Bedieningsschakelaar bestuurderszijde achter/passagierszijde achter

Al naargelang de uitrusting zijn er verschillende schakelaarblokken gemonteerd.

De schakelaarblokken zijn via bandkabels met het bedieningscentrum tunnelconsole achter (BZMF) verbonden.

Stoelverwarmingselementen

De stoelverwarmingselementen zijn weerstandsmatten. Per stoel zijn 4 verwarmingselementen aanwezig:

Temperatuursensoren

Voor de detectie van de temperatuur is op elk verwarmingselement een temperatuursensor aanwezig. De temperatuursensor ligt tussen de verwarmingsdraden.

De temperatuursensor levert een gemiddelde temperatuur, die niet met de temperatuur van het stoeloppervlak overeenkomt.

Deze temperatuurwaarde is alleen nodig voor de regeling van de stoelverwarming.

Belangrijkste functies

Stoelverwarming

Via de bedieningsschakelaar kan de gewenste verwarmingstrap gekozen worden. Door de drie LED's wordt de betreffende verwarmingstrap aangegeven.

Aansturing van de verwarmingselementen

Bij het inschakelen van de stoelverwarming worden eerst de delen voor snelle verwarming aangestuurd.

Na de eerste snelle-verwarmingsfase worden de andere verwarmingsdelen bijgeschakeld.

Alle verwarmingselementen worden in- en uitgeschakeld. De aan/uit-verhouding is afhankelijk:

Bediening stoelverwarming

De stoelverwarming kan vanaf klem 15 worden ingeschakeld. Als de toets de eerste keer wordt ingedrukt, wordt trap 3 ingeschakeld. Als de toets weer wordt ingedrukt, wordt de eerstvolgende lagere trap of ”uit” gekozen. Als de toets langer dan 1,2 seconden wordt ingedrukt, wordt de stoelverwarming uitgeschakeld.

Bij het kortstondig uitschakelen van de ontsteking blijft de functie van de verwarming behouden. De betreffende verwarmingstrap van de verwarming wordt weer ingeschakeld als de ontsteking weer wordt ingeschakeld.

Veiligheidsfunctie

Verbruikersuitschakeling

Bij het signaal ”Regeling maximale reducering prioriteit” van de powermodule wordt de stoelverwarming qua vermogen gereduceerd of uitgeschakeld.

De functiesignaleringen (LED) blijven ingeschakeld als de stoelverwarming kortstondig uitgeschakeld wordt.