Met de pneumatische lendensteun kan de contour van de rugleuning individueel worden versteld.
De stoelmodules zijn in de kofferruimte gemonteerd.
De stoelmodules zijn via de CAN-bus met de auto gekoppeld.
De regeleenheid bedieningscentrum tunnelconsole achterin heeft de volgende functies:
De regeleenheid bedieningscentrum tunnelconsole achterin is ondergebracht in de middelste armleuning achter
Al naargelang de uitrusting zijn er verschillende schakelaarblokken gemonteerd.
De schakelaarblokken zijn via bandkabels met het bedieningscentrum tunnelconsole achter (BZMF) verbonden.
In elke stoel bevinden zich:
De lendensteunverstelling wordt gerealiseerd door middel van 2 opblaasbare kussens in de leuning. Elk van de luchtkamers wordt via 2 elektromagnetische kleppen gevuld of leeg gemaakt. De nodige luchtdruk wordt door de luchtpomp geleverd.
De luchtpomp en de elektromagnetische kleppen worden door de betreffende stoelmodule zo aangestuurd dat de gewenste contour met de gewenst hardheid ontstaat.
Via de bedieningsschakelaar kan de gewenste lendensteunstand gekozen worden.