Knipperen, waarschuwingsknipperlicht

Het richtingsknipperlicht wordt altijd door de bestuurder ingeschakeld.

Het waarschuwingsknipperlicht wordt ook elektronisch ingeschakeld: Door de DWA (diefstalbeveiligingsinstallatie), b.v. of door het ISIS (intelligent veiligheidsintegratiesysteem).

Beknopte beschrijving van het onderdeel

Richtingaanwijzer-dimlichtschakelaar

De stuurkolomschakelaar links van het stuurwiel schakelt de functies

De stuurkolomschakelaar vergrendelt niet meer in de schakelaarstanden. De functies worden geactiveerd door

Als de bestuurder de stuurkolomschakelaar bedient, wordt

Functiebeperkingen bij het uitvallen van de databussen:

Schakelaar waarschuwingsknipperlichtinstallatie

Door het indrukken van de waarschuwingsknipperlichttoets wordt de waarschuwingsknipperlichtinstallatie ingeschakeld. De waarschuwingsknipperlichttoets knippert mee.

Als het waarschuwingsknipperlicht elektronisch door de DWA diefstalbeveiligingsinstallatie ingeschakeld wordt, knippert de waarschuwingsknipperlichttoets niet mee.

Lichtmodule

De lichtmodule regelt en controleert de verlichting van de auto. Informatie wordt via de databus K-CAN SYSTEEM ontvangen en doorgegeven.

Bij de optie xenon-koplampen worden de storingen van de xenon-koplampen in de lichtmodule verwerkt.

Noodbedrijfeigenschappen van de lichtmodule: De lichtmodule wordt langs twee wegen vanaf klem 30 van spanning voorzien.

Bij het uitvallen van een klem 30 worden aangestuurd:

Bij het uitvallen van de processor wordt op noodbedrijf overgeschakeld. Het noodbedrijf is als hardware volledig onafhankelijk van de lichtmodule. Noodbedrijfeigenschappen bij het uitvallen van de processor:

Ontbrekende functies bij uitvallen van de processor:

SZL schakelcentrum stuurkolom

De regeleenheid SZL (schakelcentrum stuurkolom) registreert de signalen van schakelaars en sensoren op het stuurwiel en de stuurkolom. Het dient bovendien voor de aansturing van alle componenten in het stuurwiel en de stuurkolom. Informatie wordt via de databus BYTEFLIGHT ontvangen en doorgegeven.

Knipperlichten vóór

De knipperlichten vóór zijn gloeidraadlampen. De lampen worden door de lichtmodule bewaakt.

Knipperlichten achter

De knipperlichten achter zijn gloeidraadlampen. De lampen worden door de lichtmodule bewaakt.

Extra knipperlicht links en rechts

De extra knipperlichten links en rechts zijn gloeidraadlampen. De lampen worden door de lichtmodule bewaakt.

Controlelampjes en geluidssignaalrelais voor de knipperfunctie

De controlelampjes en het geluidssignaalrelais voor de knipperfunctie zijn in het combi-instrument aangebracht.

Controlelampjes voor de waarschuwingsknipperlichtfunctie

Het controlelampje voor de waarschuwingsknipperfunctie bevindt zich in de toets voor het inschakelen van de waarschuwingsknipperlichtinstallatie. Het controlelampje dient tegelijkertijd als zoekverlichting. Het controlelampje wordt niet ingeschakeld als de waarschuwingsknipperlichtfunctie door de diefstalbeveiligingsinstallatie is ingeschakeld.

Belangrijkste functies

Knipperen

Voor het aangeven van de rijrichting bestaan er twee knipperfuncties:

Als een knipperlicht aan de auto of aanhangwagen defect is, wordt de knipperfrequentie verdubbeld.

Waarschuwingsknipperlicht bij een ongeluk

Als het ISIS (intelligent veiligheidsintegratiesysteem) een botsing signaleert, wordt de waarschuwingsknipperlichtinstallatie ingeschakeld (afhankelijk van de codering). De waarschuwingsknipperfunctie kan met de waarschuwingsknippertoets weer uitgeschakeld worden.

Waarschuwingsknipperlichten bij een ongeluk

De knipperlichten worden ook door de diefstalbeveiligingsinstallatie aangestuurd (afhankelijk van de codering).

Exportuitvoering

VS

geen