Voor de turbodrukregeling worden twee turbocompressors met variabele turbinegeometrie zonder ”Wastegate” gebruikt.
Bedieningshendels aan de turbinehuizen bedienen de verstelbare statorschoepen in de turbines. De verstelhendels worden door elektrische stelmechanismen (elektromotoren met wormoverbrenging en regelelektronica), welke direct op de turbocompressor zijn gemonteerd, bediend. De stelmechanismen kunnen niet apart worden vervangen.
De vuldrukregeling 1 bevindt zich in de rijrichting rechts.
De DDE-regeleenheid Master regelt vuldrukregeling 1, de DDE-regeleenheid Slave regelt vuldrukregeling 2. De vuldrukregelingen worden met bloksignalen met duty cycles (= wijzigende pulsbreedtes) tussen 5 % en 95 % aangestuurd.
De verstelhendels moeten tussen de minimale en maximale aansturing met een 35° tot 45° verdraaiingshoek worden versteld. De verstelling moet vlot plaatsvinden.
De vuldrukregeling wordt bewaakt m.b.t. de volgende storingen:
Gevolgen bij het optreden van een storing in de vuldrukregeling:
De turbodrukregeling wordt bovendien uitgeschakeld, als de volgende storingen optreden: