Luchtmassa-balansregeling DDE6.3

Door het dubbele inlaatluchtsysteem bij de 8-cilinder is voor een storingsvrije werking van de motor een extra regeling van de beide turbocompressors ten opzichte van elkaar noodzakelijk, de zogenaamde luchtmassa-balansregeling. De luchtmassa-balansregeling wordt uitgevoerd door een softwarefunctie van de DDE, de balansregelaar.

Werking

De beide luchtmassameters meten de aangezogen luchtmassa aan beide zijden van de luchtkoker. De gelijkstelling probeert, de aangezogen luchtmassa aan de linker- en rechterzijde gelijk te houden. Dit zorgt voor een gelijkmatige belasting van de beide turbocompressoren en beschermt ze tegen een te hoog toerental.

De gelijkstelling realiseert dit door de pulsverhouding voor de linker en rechter vuldrukmodulator zo in te stellen, dat aan beide zijden de gelijke luchtmassa kan worden aangezogen.

Componenten

De volgende componenten beïnvloeden de gelijkstelling van de luchtmassa.

Controlesysteem

Om een storing in het luchtmassasysteem te herkennen, wordt het volgende gecontroleerd:

Als reactie op de storing wordt de inspuithoeveelheid verminderd, wat een sterke vermogensdaling tot gevolg heeft. De vuldrukregeling wordt uitgeschakeld en de turbocompressoren worden met vaste pulsverhoudingen aangestuurd.

Storingsresultaat bij een defecte turbocompressor-verstelling aan één zijde:

Om de turbocompressoren tegen beschadiging te beschermen, worden ze beide met relatief lage pulsverhoudingen aangestuurd. Als de verstelling van een turbocompressor is geblokkeerd, heeft dit tot gevolg, dat hij niet meer correct op de aansturing met een lage pulsverhouding (= weinig vuldruk en luchtdoorstroming) kan reageren. Dit betekent dat dan aan de zijde met de defecte turbocompressor de grootste luchtmassa wordt gemeten.

Voor het vervangen van een turbocompressor moet altijd de afstelling van beide turbocompressors worden gecontroleerd.