De klemaansturing is over verschillende regeleenheden verdeeld. Het volgende blokschema geeft een overzicht van de betreffende regeleenheden en de aansluitingen in het boordnet.

PM |
Powermoduul |
CAS |
Car Access System |
CD-GW |
Control Display (Gateway) |
SGM |
Veiligheids-/gatewaymoduul |
DME/DDE |
Digitale motor-/dieselelektronica |
|
|
K-CAN S |
Bussysteem voor carrosseriecomponenten systeem |
K-CAN P |
Bussysteem voor carrosseriecomponenten periferie |
MOST |
Bussysteem voor audio en communicatie |
byteflight |
Bussysteem voor airbagregeleenheden |
PT-CAN |
Bussysteem voor aandrijf- en onderstelcomponenten |
Er zijn de volgende klemmen:
Klem 30U en klem 30B:
De accukabel bestaat uit een draad naar de Powermodule (PM) en een draad naar de veiligheidsaccupoolklem (SBK) voor de voeding in de motorruimte. Klem 30U en klem 30B lopen weg van de Powermodule (PM). Deze twee klemmen zijn normaal gesproken altijd geschakeld en alleen bij een kortsluiting of andere storing geopend (komt overeen met acculoskoppeling). Via deze twee klemmen (2 dikke kabels, die van de PM weggaan), worden bijna alle regeleenheden gevoed.
Niet via klem 30U of klem 30B gevoed worden:
Verbruikers die via de zekeringenbox in de motorruimte worden gevoed (bijv. VTC-motoren, SLP, Common-Rail, extra ventilateur)
Regeleenheden en verbruikers die rechtstreeks door de Powermodule worden gevoed (bijv. PDC, DME, CAS, LM, RLS, FBD-ontvanger)
Klem 30PM (PM):
Klem 30PM is een eigen klem 30, die via de PM de volgende regeleenheden voedt.
LM |
Redundante voeding van de lichtmoduul |
KOMBI |
Redundante voeding van het instrumentenpaneel |
Antenneversterker |
Voeding voor antenneversterker |
Klem 15:
De schakeling van klem 15 gebeurt door het CAS, afhankelijk van de bediening van de start-/stop-knop (als de sleutel is aangebracht). Een verdere schakeling van klem 15 gebeurt in de PM (na het ontvangen van het overeenkomstige signaal van het CAS). De schakelingen van klem 15 gebeuren via halfgeleiderschakelaars.
klem 15 (via CAS)
Het CAS schakelt zelf alleen signaaldraden van klem 15 naar verschillende verbruikers. Deze draden dienen ofwel voor de redundantie van het bussignaal (als de bus uitvalt) of als stuurdraad.
Klem 15 - (via PM)
PDC |
Park Distance Control (enige regeleenheid die via klem 15 wordt gevoed) |
Klem R:
Klem R is geen echte klem, omdat deze alleen via een bussignaal van CAS wordt doorgegeven. Er is dus geen regeleenheid die door klem R wordt gevoed.
Klem 87:
Deze wordt via de DME/DDE aangestuurd. Hij wordt ingeschakeld bij het inschakelen van klem 15. Bij het uitschakelen van klem 15 wordt hij vertraagd uitgeschakeld. Het schakelelement is een extern relais. Klem 87 dient uitsluitend voor de motorregeling. Voorbeeld van een regeleenheid op klem 87:
VTC |
Valvetronic-regeleenheid |