Ruststroomgedrag in CE-boordnet

Het ruststroomgedrag in het CE (Clean Energy) boordnet vertoont enige bijzonderheden. Hierop moet worden gelet, als voor het CE-boordnet een ruststroomcontrole wordt uitgevoerd.

Ruststroomcontrole

Een ruststroomcontrole van het CE-boordnet is alleen met de oscilloscoop - schrijvermodus mogelijk. Voor de meting wordt de 50A-stroommeettang gebruikt.

Meting voorbereiden

Meettechniek-interface-box (MIB) op GT-One aansluiten. 50A-stroommeettang op de MIB aansluiten. Stroommeettang nog niet in de auto aansluiten.

Ingesteld frequentiebereik

Aantal metingen

Maximum opnameduur

2 MHz

1 per seconde

83 minuten

1 MHz

1 per 2 seconden

2,7 uur

0,4 MHz

1 per 5 seconden

5,5 uur

0,1 MHz

1 per 20 seconden

27,7 uur

Meetaanwijzingen

Door het aansluiten van de stroommeettang op de B+ kabel ontstaat een stroomimpuls, die in de oscilloscoop-weergave zichtbar is. Deze impuls verder negeren.

Een wijziging van het frequentiebereik is alleen mogelijk, als de lopende meetregistratie wordt beëindigd. Na het opnieuw starten van de meting wordt opnieuw een kalibratie van de stroommeettang uitgevoerd. Daarom moet de stroommeettang kortstondig van de B+ kabel worden verwijderd.

Ten behoeve van de ruststroommeting de diagnosekop van de auto losmaken.

Belangrijk! Voorwaarde voor een storingsvrij ruststroomgedrag is dat alle gassensoren correct zijn aangesloten en er geen storingen voor de gassensoren zijn opgeslagen. Aanwezige storingen moeten vóór de meting worden verholpen.

Ruststroomproces

In de navolgende beschrijving is het ruststroomproces in het CE-boordnet na het inslapen van het autoboordnet weergegeven.

 

GR_FB1406001
  1. Na het inslapen van het autoboordnet blijft het CE-boordnet nog korte tijd wakker (uitschakelvertraging). De gemeten stroom bedraagt maximaal 1,6 A. Volgende uitschakelvertragingen zijn mogelijk:
    10 minuten na draaien van motor.
    30 seconden, als in de laatste wakkerfase de motor niet heeft gedraaid.
  2. Na afloop van de uitschakelvertraging wordt er een ruststroom van circa 0,5 mA ingesteld (gemeten stroom met 50A-stroomtang circa 0 mA).
    16 minuten na het inslapen van het autoboordnet wordt het CE-boordnet door de powermoduul gewekt, dat het commando ”Verbruikeruitschakeling” verzendt. Deze wakkerfase (stroom circa 1,6 A) duurt maximaal 2 minuten.
  3. 7 minuten na het commando ”Verbruikeruitschakeling” begint de cyclische controle van de auto op gasalarm. Elke 7 minuten wordt daarbij gedurende circa 1,5 seconde de CE-moduul gedeeltelijk gewekt (halfslaap). De stroom bedraagt circa 0,6 A.
    Opmerking: Herkent de CE-moduul een storing bij een of meerdere gassensoren dan wordt de CE-moduul elke 7 minuten volledig gewekt. De stroom bedraagt dan 1,5 seconde lang circa 1,6 A.
  4. Na 2 uur (120 minuten) resp. 7 uur (420 minuten) wordt de CE-moduul gedurende 15 seconden gewekt (stroomstijging tot circa 1,6 A). In deze tijd wordt er een systeemcontrole uitgevoerd. De systeemcontrole wordt elke 2 uur (120 minuten) herhaald.
    Het wekken gebeurt na 7 uur, als tijdens de voorafgaande wakkerfase de motor op waterstof heeft gedraaid.
  5. 7 minuten na de systeemcontrole begint weer de cyclische controle van de auto op gasalarm.
  6. Elke 2 uur wordt de CE-moduul gewekt en wordt er een systeemcontrole uitgevoerd.

Activering van het Boil Off Management in ruststroomtoestand

Bij stilstand (parkeren) kan de druk in de waterstoftanks zo ver stijgen (> 5,3 bar overdruk), dat de waterstof via het Boil Off Management moet worden afgevoerd. Is dit het geval, dan wordt de CE-moduul gewekt.

 

GR_FB1406002
  1. Actuele slaapfase met elke 7 minuten controle op gasalarm.
  2. Wekken van de CE-moduul en activering van het Boil Off Management bij drukstijging in de tank. In de wakkerfase stijgt de stroom tot 1,6 A. De Boil Off-modus duurt maximaal 30 minuten.
  3. Vervolgens begint weer de slaapfase met elke 7 minuten een controle op gasalarm.
  4. 2 uur (120 minuten) na de laatste systeemcontrole volgt er weer een 15 seconden lange systeemcontrole.
  5. Vervolg van de slaapfase met cyclische controle op gasalarm.

Uitvoeren van de meting

Volgende testprocedure wordt aanbevolen: