Door het inleren van de parameters en het nulpunt worden belangrijke referentiewaarden van de nieuwe sensoren naar de regeleenheid Dynamic Drive gestuurd. Deze referentiewaarden heeft de regeleenheid nodig als basis voor interne omrekeningen. Als deze referentiewaarden niet correct ingeleerd worden, is de gehele systeemnauwkeurigheid van Dynamic Drives in gevaar. In dat geval is een ingebruikneming niet mogelijk of is het resultaat van de ingebruikneming waardeloos.
De parameters en het nulpunt moeten na het vervangen van de volgende onderdelen opnieuw ingeleerd worden:
Om na het vervangen van een onderdeel het Dynamic Drive systeem weer in gebruik te kunnen nemen, moet onderstaande volgorde aangehouden worden:
Vóór het inleren van de parameters of het nulpunt van de sensoren moet de volgende toestand van de auto tot stand worden gebracht: