Voor bepaalde bekende storingsbeelden zijn al tijdens de productie constructieve maatregelen uitgevoerd.
Deze constructieve maatregelen bij EMV-storingen controleren:

Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
|---|---|---|---|
1 |
Massastrip aan het uitlaatsysteem: |
|
|

Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
|---|---|---|---|
1 |
Massastrip aan het uitlaatsysteem: |
|
|
De antennediagnose verloopt als volgt:
In de testmoduul van het BMW diagnosesysteem wordt de zelfdiagnose van de antenne-diversity geactiveerd. De zelfdiagnose omvat een controle van de antenne-ingangen aan de hand van een stroommeting (gelijkstroom). Als er een storing wordt gevonden, wordt de antennediagnose na de zelfdiagnose afgebroken.
Als de zelfdiagnose positief uitvalt, worden de FM-antennes gericht ingeschakeld en ten aanzien van de veldsterkte geanalyseerd (controle van de antennes).
Grafiek antennediagnose:

Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
|---|---|---|---|
1 |
Normale ontvangstfunctie (t1 tot t2: Diversity 2,5 volt) |
2 |
Zelfdiagnose |
3 |
Test van de antennes (t6 tot t8: Schakelimpuls 8,5 volt) |
4 |
Zelfdiagnose valt positief uit (t2 tot t5: 5 volt) |
5 |
Zelfdiagnose valt negatief uit: Storing herkend (t3 tot t4: 0 volt) |
6 |
Acties, geactiveerd door de antennediagnose (t9: AM 0 volt |
Drukfouten, vergissingen en wijzigingen voorbehouden.