De functies van de SZL kunnen in drie hoofdgroepen worden onderverdeeld:
In het schakelcentrum stuurkolom kunnen de volgende functies snel en ergonomisch door de bestuurder worden bediend:
Het multifunctionele stuurwiel (MFL) bestaat uit:
Onder het multifunctionele stuurwiel bevinden zich
De elektronische aansturing van het schakelcentrum stuurkolom is onderverdeeld in twee elektronische componentengroepen:
De signaaloverbrenging van de bedieningselementen in het multifunctionele stuurwiel wordt gewaarborgd door een schokveer.
Met de transmissiekeuzehendel worden schakelstanden R - N - D en P (achteruitversnelling - neutraal- drive - parkeerstand) volledig elektronisch geselecteerd.
De gewenste keuzestand wordt door zeven Hallsensoren vastgesteld. De Hallsensoren zijn zo geplaatst, dat bij uitvallen van een van de Hallsensoren de transmissiekeuzehendel blijft functioneren.
De transmissiekeuzehendel bevat de volgende functies
Werking |
Bediening |
---|---|
Keuzestand D (drive): |
doordrukken naar beneden |
Keuzestand R (achteruitversnelling) |
doordrukken naar boven |
Keuzestand N (neutraal): |
vanuit keuzestand P: naar boven resp. beneden tippen vanuit keuzestand D: naar boven tippen vanuit keuzestand R: naar beneden tippen |
Keuzestand P (parkeerstand) |
in axiale richting tippen |
Ter informatie van de bestuurder worden weergegeven
Overdrachtsconcept: Wanneer de bestuurder de stuurkolomhendel of de axiale tipschakelaar bedient, wordt een melding gestuurd naar de regeleenheid EGS (elektronische transmissieregeling).
Signaalweg: Van SZL (schakelcentrum stuurkolom) >-gegevensbus BYTEFLIGHT -SIM >(veiligheidsinformatiemoduul) >-gegevensbus BYTEFLIGHT -ZGM >(centrale Gatewaymoduul) >-gegevensbus PT-CAN -EGS >(elektronische transmissieregeling).
Uit veiligheidsoverwegingen is bovendien een extra seriële kabel van het SZL naar de EGS aanwezig. Via deze kabel worden dezelfde meldingen verzonden als via de bussen.
Elektronische parkeerblokkering: bij een elektronische transmissieblokkering kan de stuurkolomvergrendeling vervallen als maatregel tegen diefstal: de elektronische parkeerblokkering vervangt de stuurkolomvergrendeling.
Elektronische parkeerblokkering in noodgeval ontgrendelen: De elektronische parkeerblokkering kan in geval van nood mechanisch worden ontgrendeld:
met de stuurkolomhendel voor de rijsnelheidsregeling wordt de rijsnelheid verhoogd of verlaagd.
De rijsnelheidsregeling is als speciale uitvoering verkrijgbaar met ”ACC, Adaptive Cruise Control”.
Werking |
Bediening zonder ACC |
Bediening met ACC |
Van UIT naar IN schakelen en de huidige snelheid instellen. Indien de snelheidsregeling reeds is ingeschakeld, wordt de ingestelde snelheid verhoogd/verlaagd. |
naar voren/achteren tippen |
naar voren/achteren tippen |
Van UIT naar Tempomat IN schakelen en de huidige snelheid instellen. Indien de snelheidsregeling reeds is ingeschakeld, wordt de eerst hogere/eerst lagere opgeslagen snelheidsstap ingesteld. |
naar voren/achteren doordrukken |
|
Opgeslagen snelheid oproepen |
axiaal tippen |
axiaal tippen |
Snelheidsstap instellen of wissen |
axiaal lang tippen (ten minste 3 seconden) |
|
Snelheidsregeling uitschakelen |
naar boven/beneden tippen |
naar boven/beneden tippen |
Afstandsinstelling wijzigen (alleen bij ACC) |
|
Draairegelaar gebruiken |
Snelheidsmarkeringen voor de gewenste snelheden: via de stuurkolomhendel voor de snelheidsregeling kunnen ook gewenste snelheden worden geselecteerd. Gewenste snelheden zijn bijv. vaak benodigde snelheden, zoals bijv. 30 km/h, 50 km/h, 60 km/h. Voor deze gewenste snelheden kunnen snelheidsmarkers worden geplaatst en opgeslagen.
Gewenste snelheid programmeren: Gewenste snelheden het beste bij stilstaande auto programmeren! Want: onder het rijden wordt direct de snelheid gereden, die als gewenste snelheid wordt ingevoerd!
Gewenste snelheid wissen
Overdrachtsconcept: wanneer de bestuurder de stuurhendel, de axiale tipschakelaar of de draairegelaar bedient (bij speciale uitvoering ”ACC, Adaptive Cruise Control”), wordt een melding gestuurd naar de DME/DDE resp. aan de regeleenheid ACC.
Signaalweg: Van SZL (schakelcentrum stuurkolom) >-databus BYTEFLIGHT -SIM >(veiligheidsinformatiemodule) >-databus BYTEFLIGHT -ZGM >(centrale Gatewaymodule) >>-databus PT-CAN -DME/DDE of ACC.
Door indrukken van de Steptronic-toets krijgt de EGS (elektronische transmissieregeling) opdracht de versnelling omhoog of omlaag te schakelen.
De Steptronic-toetsen zijn uit veiligheidsoverwegingen redundant uitgevoerd, telkens links en rechts op het multifunctionele stuurwiel.
De Steptronic-toetsen zijn alleen geactiveerd wanneer de S/M-schakelaar (S = Sportprogramma, M = handmatig schakelprogramma) rechts op het multifunctionele stuurwiel werd omgeschakeld naar handmatig: in de programmaweergave van het instrumentenpaneel wordt een M weergegeven (display tussen snelheidsmeter en toerentalmeter). Afhankelijk van de versnellingskeuze verschijnt M1 tot M6 voor de huidige versnelling.
De Steptronic-toetsen zijn uitgevoerd als Hallsensoren.
Uit veiligheidsoverwegingen is bovendien een redundante, seriële kabel van het SZL naar de EGS aanwezig.
De functieschakelaars rechts zijn schakelaars voor het selecteren van verschillende functies:
De volgende regeleenheden zijn betrokken bij de gegevensoverdracht voor het SZL:
Uit veiligheidsoverwegingen zijn behalve de busverbinding nog twee seriële kabelverbindingen aanwezig.
Bij alle werkzaamheden aan het schakelcentrum stuurkolom moeten de veiligheidsbepalingen voor werkzaamheden aan airbags in acht worden genomen.
Maak de klemmen van de accu los!
De elektronische parkeerblokkering kan in geval van nood mechanisch worden ontgrendeld: In de beenruimte aan de bestuurderszijde aan de linker A-stijl de afdekking losdraaien.
De afdekking kan in de USA uitsluitend met de zendsleutel worden geopend. Daardoor wordt voorkomen dat onbevoegden de elektronische parkeerblokkering ontgrendelen.