Via de elektrisch aangedreven zijzonneschermen (speciale uitvoering, alleen in combinatie met achter-zonnescherm) kunnen de zijruiten in de achterportieren worden verdonkerd. De zijzonneschermen zijn aan de achterportieren bevestigd. Elk achterportier heeft een zonnescherm voor de zijruit en een zonnescherm voor de ventilatieruit. De zijzonneschermen worden door de regeleenheden TM portiermodule aangestuurd. Het achterzonnescherm wordt door de IHKA airconditioningregeleenheid aangestuurd. De communicatie van de regeleenheden onderling vindt plaats via de databus K-CAN PERIPHERIE.
De portiermodule in het bestuurdersportier ontvangt de informatie voor het aansturen van de achterzonneschermen via de databus K-CAN-Databus van de schakelaar in het schakelaarblok.
De portiermodules in de achterportieren bevatten elk de masterfunctie en de aansturing voor e zijzonneschermen van het achterportier. De portiermodules ontvangen de informatie voor de aansturing van de zijzonneschermen via de databus K-CAN van de schakelaars in de schakelaarblokken.
De IHKA regeleenheid bevindt zich boven de radio. De IHKA-regeleenheid bevat behalve andere functies ook de masterfunctie en de aansturing voor de aandrijving van het achterzonnescherm. De door de regeleenheid geactiveerde comfortfuncties zijn afhankelijk van hoe lang de schakelaars worden ingedrukt (tipfunctie of functie lang indrukken).
In het schakelaarblok van het bestuurdersportier zijn de schakelaars voor de spiegelverstelling, de ruitmechanismen en de schakelaar voor het achterzonnescherm ingebouwd.
De informatie van de schakelaars en de toetsen worden via de databus K-CAN doorgestuurd naar de portiermodule.
Indrukken van de schakelaar voor het achterzonnescherm activeert in de IHKA-regeleenheid de aansturing van de elektromotor.
De schakelaar in het schakelaarblok bestuurdersportier en de schakelaarblokken in de voorportieren zijn in hun functie gelijkwaardig.
In de schakelaarblokken van de achterportieren bevinden zich de schakelaars voor de zijzonneschermen, de zonneschermen van de ventilatieruiten, het achterzonnescherm en een schuifschakelaar”rechts/links” voor het selecteren van de functies voor het linker- of rechterportier.
De draairichting van de elektomotor kan worden omgeschakeld. Door het omschakelen van de draairichting wordt het omhoog- en omlaagrollen van de zonneschermen mogelijk.
Na het inschakelen van klem R (systeeminititialisatie) wordt de positie van de zijzonneschermen door de regeleenheid als afgerold (boven) aangenomen. De eerste keer dat een schakelaar wordt ingedrukt, wordt het zijzonnescherm afgerold (naar beneden). Als de aansturing direct na de aansturing van de aandrijving een blokkeerpositie herkent (onderste aanslag), volgt eenmalig een omkering van de draairichting.
Door het aantippen of lang indrukken van de schakelaar wordt automatisch omlaag of omhoog rollen van de zijzonneschermen (en het achterzonnescherm) tot aan de bovenste of onderste aanslag geactiveerd.
Tussenposities kunnen niet worden geselecteerd.
Indrukken van een schakelaar tijdens het omlaag of omhoog rollen activeert een omkering van de beweging door een verandering van de draairichting.
Het omhoog rollen van het zijzonnescherm wordt alleen bij geopende zijruit beëindigd.
De actuele toestanden (open/dicht) van alle zonneschermen worden in de bijbehorende regeleenheden lokaal opgeslagen. De bewegingsrichting kan daardoor lokaal op de betreffende plaats worden beoordeeld.
Bij de functie lang indrukken heeft de IHKA de masterfunctie. De zijzonneschermen worden centraal in de bewegingsrichting van de achterzonneschermen aangestuurd.
Zodra een portiermodule het indrukken van de schakelaar achterzonnescherm detecteert, zendt deze de informatie kort ingedrukt naar de IHKA. Indien de schakelaar langer wordt ingedrukt dan de door de aansturing voor lang indrukken bepaalde tijd, gaat deze informatie eveneens naar de IHKA. Daardoor kan bij lang indrukken direct een reactie van het achterzonnescherm worden waargenomen, terwijl de zijzonneschermen deze bewegingsrichting met enige vertraging volgen.
Een zijzonnescherm kan alleen omlaag worden gerold, als de bijbehorende zijruit is gesloten (codeerbaar). Een zijruit wordt tot een maximale opening van 10 mm beschouwd als gesloten.
Het omhoog rollen van de zijzonneschermen is ook bij geopende zijruiten mogelijk.
Indien bij geopende zijruit een schakelaar voor het omlaag rollen van een zijzonnescherm wordt ingedrukt, wordt het zijzonnescherm eerst kortstondig omlaag gerold, dan echter direct weer omhoog gerold. Hierdoor wordt een ongeoorloofde bediening aangeduid. Het zijzonnescherm wordt pas omlaag gerold, als de zijruit gesloten is.
Het openen van een zijruit is ook bij omlaag gerold zonnescherm mogelijk.
Het sluiten van een zijruit is onafhankelijk van de positie van het zijzonnescherm mogelijk.
Elke portiermodule bevat ter beveiliging van de aandrijving tegen overbelasting een functie voor het herkennen van blokkeerstroom. De blokkeerstroomherkenning is bedoeld om de elektromotor na het bereiken van de bovenste en onderste eindpositie (blokkeerpositie) direct uit te schakelen.
Zodra de aandrijving een blokkeerpositie bereikt, wordt de stroom voor de elektromotor hoger. De regeleenheid vergelijkt de stroom bij geblokkeerde aandrijving met de aanloopstroom van de motor bij normaal bedrijf. De regeleenheid herkent op basis van het verschil tussen beide stromen dat een blokkeerpositie is bereikt en schakelt de aansturing van de elektromotor uit.
Ter beveiliging van de aandrijving wordt elke motoraansturing bij de zijzonneschermen en de achterzonneschermen na maximaal 10 seconden en bij de zonneschermen van de ventilatieruiten na 6 seconden door de regeleenheid beëindigd.
Na 90 seconden kunnen de functies opnieuw worden ingeschakeld. Reeds lopende bewegingen van de zonneschermen worden daarbij niet afgebroken. Indien de herhalingsblokkering is geactiveerd, kan de draairichting eenmalig worden veranderd om het zonnescherm omhoog te rollen.