IHKA-verwarmings-/airconditioningsaggregaat met regeleenheid en bedieningselementen

Het IHKA-verwarmings-/airconditioningsaggregaat wordt als Basis- en als High-uitvoering met verschillende bedieningsementen toegepast. Informatie-uitwisseling tussen de verschillende componenten en de IHKA vindt plaats via de databus K-CAN SYSTEM.

Bedieningselementen

Op het bedieningsgedeelte met aanstuur- en regelelektronica zijn alleen de belangrijkste bedieningselementen voor de verwarmings/airconditioning aanwezig. Voor het vaststellen van de interieurtemperatuur is een temperatuursensor met ventilator aangebracht. De toetsen ”WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN” en ”CENTERLOCK” (centrale vergrendeling) worden niet door de IHKA-regeling verwerkt.

Op het Control Display(boordmonitor) worden de fijnafstellingen van de IHKA-functies uitgevoerd.

IHKA-regeleenheid

De IHKA-regeleenheid ontvangt de signalen van de IHKA-componenten en stuurt resp. regelt het verwarmings- en airconditioningsproces. De IHKA-regeleenheid geeft opdracht voor het in- resp. uitschakelen van de achterruitverwarming door de powermodule. De eindstand voor het achterzonnescherm is eveneens ondergebracht in de IHKA-regeleenheid. De gegevensuitwisseling met de DME digitale motorelektronica voor het in-/uitschakelen van de koelmiddelcompressor wordt via de K-CAN-gegevensbus uitgevoerd. Van de IHKA-regeleenheid zijn vier varianten in de Basis- en High-uitvoering met en zonder eindstand van het achterzonnescherm aanwezig.

IHKA-airconditioningsysteem

Het airconditioningsysteem bestaat uit de volgende componenten/functionele eenheden:

Aanjager met regelaar

Aanjager: de aanjager is samen met de aanjagermotor als componentengroep ingebouwd. De aanjager kan worden losgekoppeld van de motor. Er zijn varianten voor auto's met stuur links en stuur rechts.

Regelaar: de regelaar op het huis van de aanjagermotor wordt door de regelelektronica in het bedieningsgedeelte van de IHKA via de MUX-bus aangestuurd. De regelaar kan zelfdiagnoses uitvoeren. De diagnose-informatie wordt ter beoordeling doorgestuurd naar de regelelektronica. Wanneer de zelfdiagnose een storing detecteert, die zou kunnen leiden tot oververhitting van componenten, wordt de stroom gereduceerd of uitgeschakeld tot het storingscriterium vervallen is.

Kleppen met aandrijving en mechanisme

Verse-luchtklep: met de verse-luchtklep wordt de hoeveelheid aangezogen verse lucht geregeld. Om de klep bij automatischen luchtrecirculatie (AUC-functie) bijzonder snel te kunnen sluiten, wordt deze in beweging gezet door een snellopende aandrijving. De verse lucht klep wordt ook gebruikt voor dynamische drukcompensatie.

Luchtrecirculatieklep: de luchtrecirculatieklep is uitgevoerd als jaloezie met drie lamellen. Via de luchtrecirculatieklep wordt het aandeel aangezogen gerecirculeerde lucht geregeld.

Beenruimteklep: via de beenruimteklep wordt bij de basis-uitvoering de hoeveelheid lucht naar de beenruimten voor en achter gestuurd. Bij de high-uitvoering worden de beenruimten voor en achter en links en rechts afzonderlijk voorzien.

Ventilatieklep achtercompartiment: de ventilatiekleppen achtercompartiment (links en rechts afzonderlijk) zijn alleen bij de high-uitvoering ingebouwd. Via de ventilatiekleppen achtercompartiment worden de hoeveelheid lucht aan de ventilatie-uitlaten en de temperatuur (laagverdeling achtercompartiment) ingesteld.

Ontdooiklep (Defrost): via de beide gekoppelde ontdooikleppen wordt de hoeveelheid lucht naar de voorruit geregeld. De ontdooikleppen worden bij alle instel- en bedieningsfuncties alleen van de bestuurderszijde uit gezamenlijk aangestuurd.

Warme lucht/koude lucht klep:via de warme lucht/koude lucht kleppen wordt de hoeveelheid lucht aan de ventilatieroosters van het dashboard en de uitstroomopeningen aan de B-stijlen geregeld. Via de warme lucht/koude lucht kleppen wordt eveneens de temperatuur in lagen verdeeld. Het betreffende kleppenpaar regelt tegelijkertijd de hoeveelheid lucht en de temperatuur. Bij de high-uitvoeringzijn de functies links en rechts gescheiden.

kleppenaandrijving/stappenmotoren

Snellopende motoren: de snellopende motoren worden uitsluitend aan de verse lucht kleppen gebruikt. De wikkelingen van deze motoren worden door de regelelektronica aangestuurd met een stappenfrequentie tot 500 Hz.

MUX-motoren: de MUX-motoren worden aan alle andere kleppen gebruikt. MUX-motoren zijn voor de aansturing van de wikkelingen voorzien van een geïntegreerd schakelcircuit. Het geïntegreerde schakelcircuit is bus-compatibel en kan zelf diagnoses uitvoeren. Alle MUX-aandrijvingen worden via een gemeenschappelijke motor-bus (MUX-bus) aangestuurd door de regelelektronica. Door de geïntegreerde schakelcircuits gemelde storingen worden in de regelelektronica geregistreerd en leiden tot een onderbreking van de aansturing. De adressen van de aandrijfmechanismen kunnen niet worden gewijzigd of onderling verwisseld.

Condensator met geïntegreerde droger

De door verdichting van het koelmiddelgas in de KMW gegenereerde warmte-energie wordt aan de oppervlakken van de condensator door luchtkoeling afgegeven aan de omgeving. Het koelmiddel condenseert en wordt vloeibaar. In de geïntegreerde droger wordt eventueel in het koelmiddelcircuit aanwezig water gebonden ter voorkoming van schade door corrosie. Het drogerelement is verwisselbaar. Ter bescherming tegen verontreinigingen is een zeeffilter ingebouwd.

Koelmiddelverdichter (compressor)

De koelmiddelverdichter verdicht het door de verdamper aangezogen koelmiddelgas en perst dit naar de condensator. De koelmiddelverdichter draait altijd mee als de automotor loopt. Door zijn constructie en de aansturing van een regelklep met op basis van pulsbreedte gemoduleerde signalen van de regelelektronica is een traploze vermogensregeling mogelijk. Ter verlaging van de belasting wordt altijd uitsluitend het op het moment benodigde koelvermogen gegenereerd. De informatie-uitwisseling tussen IHKA en DME vindt plaats via de K-CAN-bus.

Microfilter

In elk van de beide filterhuizen voor de inlaatlucht bevindt zich een microfilter. In de Basis-uitvoering is dit een microfilter, in de High-uitvoering een combinatie van een mirco- en een actief-koolstoffilter.

Druksensor

De druksensor in de drukleiding tussen de condensator en de verdamper levert signalen over de systeemdruk aan de regelelektronica.

Expansieklep

De expansieklep bevindt is aan de verdamper bevestigd. De expansieklep regelt de in de verdamper geïnjecteerde hoeveelheid vloeibaar koelmiddel. De dosering is zo afgesteld dat slechts zoveel vloeibaar koelmiddel in de verdamper komt als helemaal verdampt kan worden.

Verdamper

De verdamper bestaat uit 27 aluminium platen en heeft een oppervlak van ongeveer 5 vierkante meter. De temperatuurregeling aan de verdamper vindt plaats via de regeleenheid. De regelaar voor de verdampertemperatuur werkt onafhankelijk van andere regelcircuits en met vastgelegde stelgrootheden. De uit de verdamper tredende koude lucht wordt met behulp van de warmtewisselaar tot de gewenste temperatuur verhoogd.

Extra ventilator

De extra ventilator is nodig voor het koelen van de condensator. Zijn toerental is traploos regelbaar en wordt uitgevoerd door middel van pulsbreedte-modulatie (PWM). Het noodzakelijke ventilatortoerental wordt door de airconditioning via de CAN-bus doorgegeven aan de DME.

Sensor van warmtewisselaar

Om de uitblaastemperatuur aan de warmtewisselaar te kunnen vaststellen, zijn links en rechts in de luchtstroom van het verwarmingstoestel warmtewisselaarsensoren aangebracht. Uit de daardoor vastgestelde waarden wordt de openingsduur van de waterkleppen afgeleid. De aansturing van de waterkleppen vindt plaats met op pulsbreedte gemoduleerde signalen.

Extra waterpomp

De elektrische extra waterpomp zorgt ook bij lage motortoerentallen voor de benodigde doorstroming van de koelvloeistof.

buitentemperatuursensor

Een buitentemperatuursensor bij de bumper registreert de buitentemperatuur. De waarde wordt gebruikt ter compensatie van omgevingsinvloeden op de ingestelde temperatuur in het interieur. Het versturen van de waarde naar de IHKA gebeurt via de K-CAN-bus.

Zonnesensor

Bij de High-uitvoering bevindt zich op het dashboard in het rooster van de centrale luidspreker een zonnesensor, voor het meten van de externe warmtebronnen (bijv. zonnestraling).

Exportuitvoering