De videomoduul 5 Drive is de centrale verwerkingseenheid voor de videosignalen van de DVD-wisselaar en voor het navigatiesysteem. De videomoduul 5 Drive zorgt echter ook voor de TV-ontvangst tijdens het rijden. De videomoduul 5 Drive wordt bij de speciale uitvoering Entertainment achterin in plaats van de videomoduul 5 gemonteerd.
De videomoduul 5 Drive bevat meerdere TV-tuners en heeft de volgende functies:
Ingangen: Voor het realiseren van deze functies ontvangt de videomoduul 5 Drive van verschillende bronnen de benodigde signalen:
Externe bron |
Signaal |
Aanwijzing |
---|---|---|
DVD-wisselaar |
FBAS |
Bij PAL 50 Hz; omschakelbaar bij NTSC op 60 Hz |
Navigatie |
RGB |
Rood groen blauw met synchronisatie op het groenkanaal |
Navigatie Japan |
RGBC |
RGB-signaal met extern synchronisatiekanaal |
Video-AUX |
FBAS |
Bij PAL / SECAM 50 Hz; omschakelbaar bij NTSC op 60 Hz Voor speciale oplossingen van BMW Individual |
Interne bron |
|
|
TV |
FBAS |
Wordt in de kleurdecoder in een RGB-signaal omgezet |
Uitgangen: De videomoduul 5 Drive heeft twee uitgangen. De videomoduul 5 Drive kan elke bron parallel op beide uitgangen schakelen of verschillende bronnen op telkens een uitgang.
De norm (PAL 50 Hz, NTSC 60 Hz) wordt door de DVD-wisselaar met de regelgegevens via de MOST-bus doorgegeven.
Voor de Video-AUX-ingang is afhankelijk van de landenuitvoering de norm bij PAL en SECAM op 50 Hz en bij NTSC op 60 Hz ingesteld.
De norm kan via het DISplus gewijzigd worden.
De videomoduul 5 Drive bevindt zich links in de kofferruimte, onder het navigatiecomputer.
De videomoduul 5 Drive is een regeleenheid die tot zelfdiagnose in staat is en bevindt zich in het MOST-netwerk.
Control Display: het Control Display bevat, op enkele uitzonderingen na, de bedienings- en weergave-elementen voor de auto-elektronica. Het CD coördineert de functie-eisen van het systeem en wijst deze aan de afzonderlijke functies toe.
Op het Control Display kunnen via RGB-signalen alle functies van de videomoduul 5 Drive uitgegeven worden.
Controller: de bediening van het Control Display wordt uitgevoerd via de Controller in de middelste armleuning, voor.
Display achterin: het display achterin bestaat uit een klaparm met een LCD-display. Het display achterin is symmetrisch op de middenconsole aangebracht en kan zowel in auto's met links als met rechts stuur gebruikt worden. Het display achterin kan in de ruststand en bij het gebruik van een skifoedraal omlaag geklapt worden. In het display achterin is een fotocel voor het meten van de omgevingslichtsterkte ingebouwd. Afhankelijk van de omgevingslichtsterkte wordt de lichtsterkte van het LCD-display geregeld (gedimd).
Op het das display achterin kunnen (bij de start van de serieproductie 03/2002) alleen DVD-video en TV-signalen van de videomoduul 5 Drive uitgegeven worden.
Controller achterin: de Controller achterin is het bedieningsgedeelte voor het regelen van de entertainmentfuncties achterin op het display achterin. Bediening en opbouw van de Controller achterin komen overeen met die van de Controller voorin. De functies voor en achter zijn echter verschillend.
In de achterruit is aan de linker- en rechterzijde een antenne in de achterruitverwarming geïntegreerd.
Om de ontvangen TV-signalen te versterken zijn voor de linker en rechter antenne gescheiden antenneversterkers gemonteerd. De voedingsspanning voor de versterker wordt door de videomoduul 5 Drive via de HF-draad aangevoerd.
De Audio System Controller (ASK) is een regeleenheid in het MOST-netwerk. De ASK is de systeemmaster. De ASK is verantwoordelijk voor het beheer van alle audiosignalen.
Via de MOST-bus (Media Oriented Systems Transport) zijn de componenten audio, video en navigatie tot een netwerk verbonden. De informatie via commando's wordt via MOST-bus-telegrammen naar de betreffende regeleenheid gestuurd.
De videomoduul 5 Drive is voor de wereldwijde ontvangst van alle TV-normen en TV-frequenties geconstrueerd. De analoge TV-systemen PAL, NTSC en SECAM i.v.m. de zenders en het principe zijn niet geschikt voor TV-ontvangst tijdens het rijden. Om ook tijdens het rijden voor een stabiel beeld te zorgen, moeten meerdere procedures toegepast worden. In de videomoduul 5 Drive worden het drie-tuner-concept, het diversity-procédé en een beeldstabiliseringsschakeling toegepast.
In de videomoduul 5 Drive worden twee hoofdtuners en een achtergrondtuner toegepast.
Hoofdtuner: Elke hoofdtuner heeft twee antenne-aansluitingen. Omdat slechts twee TV-antennes in de auto aanwezig zijn, wordt maar één aansluiting op elke hoofdtuner gebruikt. Door zeer snel om te schakelen tussen de ingangen op de antenne-aansluiting met de beste frequentie wordt de ontvangstkwaliteit verbeterd. Hierdoor is, ook bij rijsnelheden > 80 km/h en slechte ontvangstomstandigheden, nog een voldoende TV-ontvangst mogelijk.
Achtergrondtuner: op de achtergrondtuner is geen eigen antenne aangesloten. De achtergrondtuner wordt door een hoofdtuner van signalen voorzien. De achtergrondtuner zoekt continu naar alternatieve frequenties. De alternatieve frequenties worden door de achtergrondtuner aan het uitgezonden zenderlabel (b.v. ZDF) herkend. Bovendien wordt de lijst met ontvangbare zenders continu automatisch geactualiseerd.
Voor een zo optimaal mogelijke ontvangst gebruikt de videomoduul 5 Drive twee diversity-procedures.
Tuner-diversity: de in de videomoduul 5 geïntegreerde functie ”tuner-diversity” zoekt altijd de tuner waarvan de antenne de beste ontvangst biedt.
Frequentie-diversity: de in de videomoduul 5 geïntegreerde functie ”frequentie-diversity” zoekt altijd naar de beste frequentie voor de geselecteerde zender, mits meerdere frequenties beschikbaar zijn.
De achtergrondtuner doorzoekt continu het volledige frequentiebereik voor de televisie-ontvangst en geactualiseerd de zenderlijst in het geheugen. Voor het zoeken naar alternatieve frequenties zijn er twee mogelijkheden:
Voor het verbeteren van de subjectief waargenomen beeldkwaliteit worden de verticale en horizontale impulsen opnieuw gecreëerd. Hierbij worden de sync-signalen in het ontvangstsignaal geselecteerd, tijdsynchroon verwerkt en opnieuw in het ontvangstsignaal geïntegreerd. Hierdoor is bij een zwakke ontvangst gewaarborgd, dat het beeld op het display stabiel blijft.
De videomoduul 5 Drive is hardwarematig op de functie teletekst voorbereid. De videomoduul 5 Drive is met een teletekst-decoder en een geheugen voor 1000 teletekstpagina's uitgerust.
Opmerking: De functie teletekst zal pas op een later tijdstip beschikbaar zijn.
De videomoduul 5 Drive ontvangt het TV-geluid via de antenne-ingang in mono. De weergave van de TV-toon gebeurt in mono op het rechter en linker kanaal van de MOST-bus.
Op het display achterin worden de in de videomoduul 5 Drive gedupliceerde gegevens aangegeven. Met de Controller achterin kunnen andere functie geselecteerd worden, die op de display achterin aangegeven worden (zie hiertoe: FB functies display achterin).
Voor de bediening van de TV-functies biedt de videomoduul 5 Drive de volgende functies:
Beeldinstellingen: Op beide displays kan gewijzigd worden:
Landeninstellingen: Voor de ontvangst van zenders van het land waarin de auto zich bevindt kan een landeninstelling uitgevoerd worden. Hierbij schakelt de videomoduul 5 Drive op de correcte TV-norm resp. de juiste frequentie over.
Diversity AAN/UIT: Bij de functie ”Diversity door beeldvergelijking” kunnen door gelijksoortige beelden (b.v. als verschillende voetbalwedstrijden tegelijkertijd door meerdere zenders uitgezonden worden) pseudo-alternatieve frequenties voorkomen. Als de videomoduul 5 Drive een frequentie abusievelijk als een alternatieve frequentie beschouwd, wordt ongewenst op een andere zender overgeschakeld.
Opmerking: De diversity-functie kan in het service-menu uitgeschakeld worden. De wijziging wordt de videomoduul 5 Drive via de MOST-bus medegedeeld.
Zenderlijst: de videomoduul 5 Drive beheert een zenderlijst, waarin alle op dat moment ontvangbare zenders aangegeven worden. De lijst wordt voortdurend geactualiseerd. Als de zendernamen van de afzonderlijke programma's bepaald kunnen worden, begint de lijst in alfabetische volgorde met de zendernaam (ARD, BR, ZDF, enz.). In het buitenland volgen hierna de zenders waarvan de zendernaam niet bepaald kon worden. Deze zenders worden onder vermelding van het kanaal in oplopende volgorde (CH3, CH7, CH12, enz.) aangegeven. Als meerdere identieke zendernamen tegelijkertijd vermeld worden (b.v. drie keer ZDF), dan zijn alternatieve frequenties aanwezig.
Bij een geactiveerde diversity wordt de invoer in de lijst slechts één keer aangegeven (een keer ZDF). Als de diversityfunctie uitgeschakeld is, dan wordt elke zender afzonderlijk aangegeven (drie keer ZDF). Uit de aangegeven zenderlijst kan de gewenste zender geselecteerd worden.
De videomoduul 5 Drive bevat een flashgeheugen voor software-update via de flashstekker. Bovendien is een storingsgeheugen voor diagnosedoeleinden aanwezig.