Spraakverwerkingssysteem (SVS)
Met het spraakverwerkingssysteem worden in de Control Display opgeslagen functies, met uitzondering van het de verwarmings- en aircofuncties, bediend. Hiertoe kunnen in het spraakverwerkingssysteem max, 400 commando's ingevoerd worden.
Het spraakverwerkingssysteem is een aangeleerd systeem met een grote begripsveiligheid. Bij het invoeren van de commando's moet natuurlijk gesproken worden. Er mag niet te luid of overdreven gesproken worden.
Het spraakverwerkingssysteem is een speciale uitvoering. Deze speciale uitvoering wordt alleen samen met de speciale uitvoering telefoon gemonteerd, omdat alleen bij deze SA het microfoon van de hands-free systeem gemonteerd is. De talen kunnen niet gecodeerd worden, maar zijn aan de regeleenheid gekoppeld.
Met het spraakverwerkingssysteem is de bediening van de volgende systemen mogelijk:
- Telefoon
- Navigatie (indien aanwezig)
- Radio
- Audio
- CD-wisselaar (indien aanwezig)
- Entertainmentspeler audiosysteemcontroller
- Internet-browser in combinatie met navigatie
- Telematica in combinatie met navigatie
- Televisie (TV) (indien aanwezig)
- Boordcomputer
- Kladblok
Het spraakverwerkingssysteem wordt niet gebruikt voor het aansturen van veiligheidsrelevante functies.
Beknopte beschrijving van het onderdeel
SVS spraakverwerkingsmoduul
De spraakverwerkingsmoduul bevindt zich linksachter in de kofferruimte. Het spraakverwerkingsmoduul is op de spanningsvoorziening en de MOST aangesloten. De spraakverwerkingsmoduul is een regeleenheid in het MOST-verband, waarmee bovengenoemde functies aangestuurd kunnen worden.
MFL multifunctioneel stuurwiel
Op het multifunctioneel stuurwiel bevindt zich de PTT-toets (Push-to-Talk-toets). Door het indrukken van de PTT-toets wordt het commando functie inschakelen via de CAN-bus naar het Control Display gestuurd. Het Control Display schakelt het spraakverwerkingssysteem en de telefoonfuncties aan de hand van signalen via de MOST-bus in. Hierdoor wordt een microfoon geactiveerd en informatieweg voor de functie ”telefoneren” ingeschakeld. Door de toets opnieuw in te drukken wordt de spraakverwerking afgebroken.
CD Control Display met controller
Control Display: het Control Display bevat, op enkele uitzonderingen na, de bedienings- en weergave-elementen voor de voertuigelektronica. Het Control Display coördineert de eisen die het systeem stelt en wijst deze toe aan de verschillende functies.
Controller: de bediening van het Control Display wordt uitgevoerd via de Controller in de middelste armleuning.
ASK audiosysteemcontroller
De Audio System Controller is een regeleenheid in het MOST-netwerk. De ASK is de systeemmaster. De ASK is verantwoordelijk voor het beheer van alle audiosignalen.
Telefoonmoduul (zend-/ontvangsttoestel)
De telefoonmoduul (zend-/ontvangsttoestel) is voor de integratie van de telefoon in het communicatieverband op het MOST-netwerk aangesloten. In de telefoonmoduul worden de analoge signalen van de microfoon in digitale signalen omgezet en via de MOST-aansluiting naar het spraakverwerkingssysteem gestuurd.
Databus K-CAN SYSTEEM
De databus K-CAN SYSTEEM is de dataverbinding tussen het instrumentenpaneel en de regeleenheden in het chassis-, aandrijvings- en carrosseriebereik. De informatie-uitwisseling vindt plaats via datatelegrammen.
MOST-bus
Via de MOST-bus (Media Oriented Systems Transport) zijn de componenten audio, video en navigatie tot een netwerk verbonden. De informatie via commando's wordt via MOST-bus-telegrammen naar de betreffende regeleenheid gestuurd.
Belangrijkste functies
Starten en beëindigen van de dialoog
Starten: het spraakverwerkingssysteem wordt door het indrukken van de PTT Push-to-Talk-toets op het multifunctioneel stuurwiel gestart. Het Control Display verzoekt in het spraakverwerkingsmoduul om een statuswijziging. Vervolgens vraagt het Control Display de audiosysteemcontroller om twee audiokanalen. Een audiokanaal van de microfoon van het hands-free systeem naar het SVS en een van het SVS naar de voorste portierluidsprekers, links en rechts. Het SVS meldt het Control Display dat de statuswijziging uitgevoerd is. De herkenningsdialoog wordt gestart.
Beëindigen: De dialoog kan op elk moment beëindigd worden door de PTT-toets te bedienen.
Onderbreken en afbreken van de dialoog
Onderbreken: Het Control Display kan, via de audiosysteemcontroller, een in gang zijnde dialoog, b.v. in verband met een belangrijkere audioweergave, onderbreken. Het spraakverwerkingssysteem kan de dialoog stoppen, voordat beide audioverbindingen door het Control Display en de audiosysteemcontroller stomgeschakeld worden. Het Control Display verwittigt het spraakverwerkingssysteem, zodra deze de herkenningsdialoog kan voortzetten. In principe kan het Control Display in uitzonderingsgevallen het spraakverwerkingssysteem onmiddellijk onderbreken. In dat geval stuurt het Control Display de statusaanvraag ”onderbreken” naar het spraakverwerkingssysteem. Het spraakverwerkingssysteem kan dan geen informatie via het audiokanaal versturen.
Afbreken: de dialoog kan door het uitspreken van het commando ”afbreken” afgebroken (beëindigd) worden.
Algemene functies
Algemene functies zijn functies die aan alle functiegroepen gekoppeld zijn en door het spraakverwerkingssysteem in elke dialoogtoestand altijd herkend worden. Voor alle functiegroepen zijn de volgende commando's toegestaan:
- Afbreken: de lopende functie wordt beëindigd.
- Hoofdmenu SVS: door het indrukken van de PTT-toets wordt het spraakverwerkingssysteem geactiveerd en in het hoofdmenu aangegeven.
- Hulp: met dit commando wordt de hulpmodus geactiveerd. In de hulpmodus wordt de bediening verklaard.
- Opties: dit commando zorgt voor het optellen van alle in het menu mogelijke commando's.
Full mode
De Full mode dient voor het ondersteunen van ongeoefende gebruikers. Door het weergeven van uitvoerige commando's en uitgebreide versies van te herkennen commando's wordt de bediening vergemakkelijkt. De Full mode helpt bij het betrouwbaar uitvoeren van de gewenste invoer. Voorbeeld: ”Ik wil nu een titel kiezen.”
Na een aantal succesvolle bedieningen stelt het systeem voor om naar de Quick Mode over te gaan.
Quick Mode
Met de Quick Mode kan een geoefende gebruiker de dialoog verkorten door korte commando's te gebruiken. Voorbeeld: ”Nummer kiezen”.
Het spraakverwerkingssysteem gaat bij een herhaaldelijke afwijzing of activering van de hulpfunctie naar de Full Mode terug.
Visuele feedback
Als zichtbare terugmeldingen van geactiveerde functies worden door het spraakverwerkingssysteem teksten in het display van het instrumentenpaneel aangegeven. Als teksten worden SVS-statusmeldingen in de bovenste tekstregel van het display aangegeven. Voor de tekstuitgave zijn 20 tekens beschikbaar. Voor de weergave van de gebruikersinvoeren in de onderste regel van het display zijn 18 tekens beschikbaar.
Toestelfuncties / functionaliteiten
De volgende toestelfuncties / functionaliteiten kunnen d.m.v. gesproken aanwijzingen bediend worden:
Telefoon
- PIN invoeren: Het pin-nummer van de telefoonkaart wordt ingesproken.
- Telefoon inschakelen: de telefoon wordt via een inschakelcommando ingeschakeld.
- Nummer kiezen: een te kiezen telefoonnummer wordt ingesproken. Als het nummer volledig herkend is, wordt het kiezen via en gesproken commando gestart.
- Namen opslaan (SVS-intern): er kunnen 100 namen ingesproken worden. De bijbehorende telefoonnummers kunnen eveneens ingesproken worden. Namen en telefoonnummers worden in het SVS-interne telefoonboek opgeslagen. Opmerking: Bij het opslaan van de gesproken naam moet een vergelijking met de reeds in het telefoonboek opgeslagen naam uitgevoerd worden.
- Naam kiezen: de in het SVS-interne telefoonboek opgeslagen namen kunnen aangesproken worden. Het bij de naam behorende telefoonnummer wordt via een gesproken commando naar de telefoon verstuurd.
- Kiezen: Door het inspreken van het telefoonnummer wordt een verbinding tot stand gebracht.
- Nummerherhaling: D.m.v. een gesproken commando wordt het laatstgekozen telefoonnummer opnieuw gebeld.
- SMS-/E-mail-lijst aangeven: Na een gesproken commando wordt een lijst met alle in de telefoon verstuurde SMS-berichten op de boordmonitor aangegeven.
- SIM-telefoonboek overnemen (SVS-intern): Het SVS kan het telefoonboek van de op dat moment aangebrachte SIM-kaart (Subscriber Identity Modul = telefoonherkenningskaart) uitlezen. Na het verzoek voor uitlezen kunnen aan de afzonderlijke invoeren namen toegevoegd worden. Opmerking: Hierbij moet een vergelijking met de reeds in het telefoonboek opgeslagen naam uitgevoerd worden. Bij verschillende SIM-kaarten voert het SVS de synchronisatie en de gegevensvergelijking uit. In verband met het SIM-ID kunnen meerdere SIM-kaart-telefoonboeken van elkaar onderscheiden en beheert worden. De telefoon stuurt altijd de nieuwste gegevens van het telefoonboek van de actuele SIM-kaart naar het SVS.
- Telefoonboek voorlezen (SVS-intern): Na een gesproken commando wordt het SVS-interne telefoonboek sequentieel voorgelezen. Via een ander gesproken commando kan de op dat moment voorgelezen invoer geselecteerd worden en de verbindingsopbouw tot stand gebracht worden. Via andere gesproken commando's kan in het telefoonboek voor- en achteruitgezocht worden.
- Telefoonboekinvoer wissen (SVS-intern): Via gesproken commando's kunnen afzonderlijke invoeren in het telefoonboek gewist worden. De naam van de te wissen invoer wordt ingesproken en de wisprocedure bevestigd, voordat het wissen uitgevoerd wordt.
- Telefoonboek wissen (SVS-intern): Via gesproken commando's kunnen afzonderlijke invoeren in het telefoonboek tegelijkertijd gewist worden. Het wissen moet bevestigd worden, voordat dit wordt uitgevoerd
Navigatie
- Bestemming opslaan (SVS-intern adressenboek): Het is mogelijk om een bestemming aan een naam te koppelen die in het SVS-interne telefoonboek opgeslagen is. Het opslaan van 50 namen is mogelijk. Opmerking: Bij het opslaan van de gesproken naam moet een vergelijking met de reeds in het telefoonboek opgeslagen naam uitgevoerd worden.
- Bestemming kiezen (SVS-intern adressenboek): de in het SVS-interne telefoonboek opgeslagen namen kunnen aangesproken worden. De bij de naam behorende bestemming wordt via een gesproken commando aan het navigatiesysteem doorgegeven. Met het doorgeven wordt de navigatie gestart.
- Reisdoel invoeren: het doelinvoermenu van het navigatiesysteem wordt via een gesproken commando geactiveerd.
- Reisdoel invoeren ”naar huis”: via een gesproken commando neemt het navigatiesysteem het huisadres als doeladres over.Hiermee wordt de navigatie gestart.
- Navigatie in-/uitschakelen:
- Aanwijzing in-/uitschakelen:
- Kaart 2D: 2D-kaartweergave na gesproken commando.
- Schaal instellen: wijziging van de schaal van de kaartweergave door gesproken commando's. Door het aangeven van een schaalparameter wordt de schaal direct bepaald (100 m / 200 m / 500 m / 1 km / 2 km / 5 km / 10 km / 20 km /50 km / 100 km). De schaal kan ook d.m.v. gesproken commando's een stap vergroot of verkleind worden.
- Positie opslaan:
- Point of Interest (POI) aangeven: via een gesproken commando kunnen de volgende POI aangegeven worden: Hotels / tankstations / parkeerplaatsen bij de standplaats / reisdoel.
- Nieuwe route aangeven:
- Laatste doelen aangegeven:
- Routekeuze snelweg
- Routekeuze secundaire weg
- Routekeuze snelste verbinding
Radio
- Radio in-/uitschakelen:
- Radio Autostore:
- Selectie AM/FM:
- Frequentiekeuze:
- Verkeersinformatie in-/uitschakelen
- Radiozender voor-/achteruit
Audio
CD-wisselaar
Cassettespeler
- Cassette in-/uitschakelen
Televisie (TV)
- Programma voor-/achteruit
Internetbrowser
- BMW online/internet oproepen
- Browserfunctie pagina vooruit/terug
- Browserfunctie nieuw laden
Telematicadiensten
- V-info plus in-/uitschakelen
Boordcomputer
Notitieblok (SVS-intern)
- Aantekeningen opnemen: voor het opnemen van aantekeningen is een opnametijd van vijf minuten beschikbaar. De aantekeningen worden sequentieel achter elkaar gezet en d.m.v. een woord of signaal van elkaar gescheiden. Bij het opnemen wordt 10 seconden voordat het geheugen vol is een waarschuwing op het diaplay van het instrumentenpaneel aangegeven. Het opnemen wordt door het indrukken van de PTT-toets of na het herkennen van een lange pauze automatisch beëindigd.
- Aantekeningen voorlezen: het complete notitieblok of een afzonderlijk bericht kan voorgelezen worden. Tussen de afzonderlijke aantekeningen wordt een signaal of een scheidingswoord aangegeven. Door de commandowaarde ”vooruit” resp. ”terug” kan tussen de berichten gewisseld worden.
- Aantekeningen wissen: het complete notitieblok of een afzonderlijk bericht kan gewist worden. Het op dat moment voorgelezen bericht kan afzonderlijk gewist worden. Het wisbevel moet bevestigd worden, voordat het wissen wordt uitgevoerd
Service Informationen
Als een gesproken aanwijzing ”Functie op dit moment niet beschikbaar” aanwezig is, ligt dit meestal aan een te grote busbelasting. Een te grote busbelasting kan door een defecte regeleenheid veroorzaakt worden.