De interieurvoorverwarming/extra verwarming (SH_ZH) maakt deel uit van het verwarmings- en airconditioningsysteem. De SH_ZH zorgt voor een verwarming van de auto onafhankelijk van de motor. De regeleenheid is rechtstreeks op het verwarmingsaggregaat aangebracht. De communicatie in de auto geschiedt via K-CAN-telegrammen volgens KWP 2000. De SH_ZH zorgt voor de aansturing van de voor de werking benodigde componenten, die in de Beknopte beschrijving van het onderdeel zijn opgenomen.
De werking van de SH_ZH regeleenheid moet bij het inschakelen van de voedingsspanning zijn gewaarborgd. De aansturing (in- en uitschakelen) vindt normaliter altijd plaats over K-CAN-telegram. De regeleenheid is het centrale deel en communiceert naast de componenten van de interieurvoorverwarming/extra verwarming ook met de DME/DDE, de CAS, de IHKA en het instrumentenpaneel, om gezamenlijk een correcte werking van de interieurvoorverwarming te waarborgen. De regeleenheid bevat de regeleenheid, de temperatuursensor, de beveiliging tegen oververhitting, de warmtewisselaar en de stekkeraansluiting. De regeleenheid wordt door de verzamelruimte voor de verbrandingslucht van de brander via een luchtslang ontlucht. De regeleenheid vormt één geheel met het branderhuis en mag niet worden gedemonteerd.
Het branderhuis bevat koelvloeistoftoevoer- en uitstroomopeningen alsmede uitlaatgasuitstroomopeningen. Het branderhuis bevat de wervelkamer en vormt één geheel met de regeleenheid.
De verbrandingslucht-aanjagereenheid bevat de verbrandingslucht-aanjager, de opening voor de brandstofleiding alsmede de opening voor de brandstoftoevoer. De verbrandingslucht-aanjager voert de voor de verbranding noodzakelijke lucht naar de wervelkamer.
In de wervelkamer wordt de brandstof in de verbrandingsbuis verdeeld. In de verbrandingsbuis wordt het brandstof-luchtmengsel verbrand
Via de in de wervelkamer aanwezige gloeistift/vlamsensor wordt bij de start van de verwarming het brandstof-luchtmengsel ontstoken. Na de start zorgt de gloeistift/vlamsensor voor de vlamcontrole. De gloeistift/vlamsensor is een elektrische weerstand. Als de gloeistift/vlamsensor actief is, wordt cyclisch een statische controle van de gloeistiftweerstand uitgevoerd. -> Gloeispiraalbreukherkennng.
De circulatiepomp is alleen bij de Thermo Top C, d.w.z. de interieurvoorverwarming en extra verwarming, gemonteerd en op de verbrandingslucht-aanjagereenheid bevestigd. De circulatiepomp zorgt voor de koelvloeistofstroom in het circuit van de auto resp. het verwarmingsaggregaat. De pomp wordt via de regeleenheid ingeschakeld en werkt gedurende de gehele werkingsduur van de interieurvoorverwarming/extra verwarming. De circulatiepomp kan voor reparaties afzonderlijk worden vervangen.
De doseerpomp dient voor de toevoer van brandstof vanuit de brandstoftank. De doseerpomp kan voor reparaties afzonderlijk worden vervangen.
De omschakelklep schakelt tussen twee van elkaar gescheiden koelvloeistofcircuits om. Het koelvloeistofcircuit van de motor en het koelvloeistofcircuit van de interieurvoorverwarming. De omschakelklep is in stroomloze toestand naar het koelvloeistofcircuit van de motor gericht. De omschakelklep kan voor reparaties afzonderlijk worden vervangen.
De interieurvoorverwarming/extra verwarming maakt deel uit van het verwarmings- en airconditioningsysteem IHKA. De IHKA regelt de interieurvoorverwarming/extra verwarming in alle bedrijfsmodi.
De digitale motor-/dieselelektronica DME/DDE verstuurt cyclisch elke 200 ms de toestand van de motor, motor aan of uit, die dor de interieurvoorverwarming/extra verwarming wordt verwerkt.
Het Car Access System CAS verstuurt cyclisch elke 500 ms de klemstatus bijv. klem R, klem 15, die door de interieurvoorverwarming/extra verwarming wordt verwerkt.
De ZGM Centrale Gateway-moduul verbindt de gegevensbussen BYTEFLIGHT; K-CAN SYSTEM; PT-CAN en de DIAGNOSEBUS.
De functies van de interieurvoorverwarming worden door de bediening van de toetsen van de afstandsbediening geactiveerd. De eigenlijke functie-uitvoering gebeurt op zijn beurt via telegrammen van de IHKA naar de interieurvoorverwarming/extra verwarming.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie hoofdfuncties. Het interieurvoorverwarmen, extra verwarmen en pseudo extra verwarmen.
Onaannemelijkheid
Bij het herkennen van criteria die het uitschakelen van de interieurvoorverwarming/extra verwarming vereisen, moet eerst het IHKA-UIT-commando worden afgewacht. Daarom start de interieurvoorverwarming/extra verwarming in dit geval een codeerbare timer (defaultwaarde 10 seconden), waarbinnen het UIT-signaal van de IHKA moet worden ontvangen. Als deze niet komt, schakelt de interieurvoorverwarming/extra verwarming uit zichzelf uit en stuurt als zijn status ”Uit wegens onaannemelijke bedrijfsmodus”. Deze moet door de IHKA worden bevestigd, om opnieuw starten mogelijk te maken.
Bij het voorverwarmen moet bij geselecteerde inschakeltijd de buitentemperatuur onder 16°C liggen. Direct inschakelen via het is op elk moment mogelijk.
Inschakelvoorwaarden (aan elk van onderstaande punten moet zijn voldaan - EN voorwaarde)
Uitschakelvoorwaarden (elk van onderstaande punten zorgt voor het uitschakelen van de interieurvoorverwarming of voorkomt het inschakelen - OF voorwaarde)
Onaannemelijkheden / criteria (elk van onderstaande punten zorgt voor het uitschakelen van de interieurvoorverwarming - OF voorwaarde)
Samen met de IHKA zorgt de interieurvoorverwarming/extra verwarming als extra verwarmingsaggregaat indien nodig voor een vergroting van de verwarmingscapaciteit.
Inschakelvoorwaarden (aan elk van onderstaande punten moet zijn voldaan - EN voorwaarde)
Uitschakelvoorwaarden (elk van onderstaande punten zorgt voor het uitschakelen van de interieurvoorverwarming of voorkomt het inschakelen - OF voorwaarde)
Onaannemelijkheden / criteria (elk van onderstaande punten zorgt voor het uitschakelen van de interieurvoorverwarming - OF voorwaarde)
Het nieuw ingevoerde pseudoverwarmen dient ter verhoging van het comfort en moet voorkomen, dat bij het starten van de motor tijdens de voorverwarmingsfase de omschakelklep USV naar het grote motorkoelvloeistofcircuit wordt omgeschakeld, wat een verlaging van de koelvoeistoftemperatuur tot gevolg heeft en daarmee de verwarmingscapaciteit beïnvloedt.
Inschakelvoorwaarden (aan elk van onderstaande punten moet zijn voldaan - EN voorwaarde) Voorwaarde is het in werking zijn van de interieurvoorverwarming en de overgang van ”Motor draait niet” naar ”Motor draait” wordt herkend.
Uitschakelvoorwaarden (elk van onderstaande punten zorgt voor het uitschakelen van de pseudoverwarming of voorkomt het inschakelen ervan - OF voorwaarde) Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen auto's met benzinemotor en dieselmotor
Onaannemelijkheid / criteria (elk van onderstaande punten zorgt voor het uitschakelen van de pseudoverwarming - OF voorwaarde)
Oververhittingsuitschakeling
Bij het falen van de temperatuurregeling of bij een gedeeltelijke oververhitting, bijv. als gevolg van te weinig koelvloeistof schakelt de oververhittingsbeveiliging de interieurvoorverwarming/extra verwarming permanent uit. Als de oververhittingsuitschakeling wordt geactiveerd, wordt een storing in het storingsgeheugen van de interieurvoorverwarming/extra verwarming opgeslagen.
Vergrendeling verwarmingsaggregaat
De interieurvoorverwarming/extra verwarming wordt blijvend vergrendeld, wanneer drie storingen of drie bedrijfsrelevante storingen na elkaar - d.w.z. zonder tussentijds correct functioneren - zijn opgetreden.Vanwege bijv. brandstofgebrek kan het meerdere malen voorkomen dat de vlam niet aanspringt. Daarbij wordt de vergrendeling verwarmingsaggregaat geactiveerd, wat een invoer in het storingsgeheugen van de interieurvoorverwarming/extra verwarming ten gevolge heeft. Deze storing is niet identiek aan de storing oververhittingsuitschakeling.
Noodvergrendeling
De noodvergrendeling treedt op, als een storing tijdens het bedrijf wordt herkend en de interieurvoorverwarming/extra verwarming uitgaat.
Ingebruikneming
Exportlanden
Geen exportuitvoeringen voorhanden.
Codeervarianten
De interieurvoorverwarming/extra verwarming wordt in de fabriek eenmalig gecodeerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen benzine en diesel gecodeerde interieurvoorverwarming/extra verwarming. De interieurvoorverwarming/extra verwarming kan binnen de dealerorganisatie niet gecodeerd worden.