Meting van de ruststroom m.b.v. de intelligente accusensor

Voor meer informatie zie de algemene functiebeschrijving van de spanningsvoorziening:
Functieselectie -> Gehele auto -> Carosserie -> Spanningsvoorziening

Beknopte beschrijving

Met deze servicefunctie kunnen de resultaten van de ruststroomcontrole worden beoordeeld.
Bij een probleem met een verhoogde ruststroom een ruststroommeting uitvoeren en mogelijke veroorzakers (op klem 30 of klem 30g-f aangesloten regeleenheden) door het om de beurt lostrekken van de zekeringen of losmaken van de betreffende regeleenheden opsporen.

Werkwijze voor externe ruststroommeting: zie Service Information-nr. 61039947.

Analyse van de ruststroomcontrole:

Bij auto's met een IBS (intelligente accusensor) wordt door de DME/DDE in ruststand de ruststroom gecontroleerd.
De resultaten van de laatste 32 cicli van de ruststroomcontrole worden in de DME/DDE opgeslagen. Een nieuwe cyclus van de ruststroomcontrole wordt onder de volgende voorwaarden opgeslagen:

• Klem R is ten minste 68 minuten uitgeschakeld.
  
• De auto bevindt zicht gedurende ten minste de volgende 120 minuten in rusttoestand, zonder te worden gewekt.
  

Als aan deze voorwaarden is voldaan, wordt het resultaat van de ruststroomcontrole in een nieuwe cyclus opgeslagen. Daarbij wordt de oudste cyclus van de 32 door de nieuwe cyclus overschreven. Totdat klem R opnieuw wordt ingeschakeld, wordt maximaal één nieuwe cyclus van de ruststroomcontrole opgeslagen.

Het resultaat van een cyclus van de ruststroomcontrole heeft twee categorieën:

1. In de eerste categorie wordt opgeslagen of tijdens de rusttoestand (ten minste 120 minuten) een standverbruiker is aangemeld. Een standverbruiker is een verbruiker die ook in de rusttoestand van de auto kan worden ingeschakeld. Er kan bij de ruststroomcontrole m.b.t. de aangemelde standverbruikers onderscheidt worden gemaakt in:
   
   • Geen standverbruiker is aangemeld
     
   • Een wettelijke standverbruiker is aangemeld (bijv. verlichting of waarschuwingsknipperlichten)
     
   • Een werking van de klimaatregeling (bijv. interieurvoorverwarming) is aangemeld
     
   • Een andere standverbruiker is aangemeld
     
2. In de tweede categorie wordt opgeslagen in welk bereik de ruststroom tijdens de rusttoestand (ten minste 120 minuten) lag. Er kan bij de ruststroomcontrole m.b.t. de ruststroom onderscheidt worden gemaakt in:
   
   • 0-80 mA (normale ruststroom in rusttoestand zonder standverbruikers)
     
   • 80-200 mA
     
   • 200-1000 mA
     
   • Boven 1000 mA
     

Een hogere ruststroom in een cyclus is vooral te herkennen als geen standverbruiker is aangemeld, terwijl de ruststroom toch boven 80 mA lag .

Let erop dat bij problemen met de rusttoestand van de auto geen nieuwe cycli van de ruststroomcontrole zijn opgeslagen. Als de auto bijv. vanwege een regeleenheid niet inslaapt, wordt geen nieuwe cyclus van de ruststroomcontrole opgeslagen. Het opslaan van een nieuwe cyclus van de ruststroomcontrole wordt ook verhinderd als de auto voortdurend door een regeleenheid of een gebruiker wordt gewekt.