Door de elektrische stuurkolomverstelling kan de bestuurder de stand van het stuurwiel optimaal instellen. Voor de bediening is een schakelaar links op de stuurkolom aanwezig. De stuurkolom wordt in hellingshoek en in de lengterichting elektrisch versteld. De regeling van de elektrische stuurkolom bevindt zich in de IHKA-regeleenheid.
De volgende componenten voor de elektrische stuurkolomverstelling worden beschreven:
Met deze schakelaar kan de bestuurder de stuurkolom in de hellingshoek en de lengterichting verstellen. De schakelaar voor de stuurkolomverstelling bevindt zich links op de stuurkolom.
De stuurkolomverstellingseenheid is opgebouwd uit meerdere componenten. Deze geïntegreerde componenten zijn:

Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
|---|---|---|---|
1 |
Stuurkolomverstellingseenheid |
2 |
Stekker stuurkolomversteleenheid |
3 |
Stuurkolomverstelmotor |
|
|
Stuurkolomverstelmotor
De stuurkolomverstelmotor dient voor de verstelling van de stuurkolom in hellingshoek en lengterichting.
Hefmagneet
De hefmagneet zorgt voor het omschakelen van de verstelrichting in lengterichting en hellingshoek.
Hallsensor aan de stuurkolomverstelmotor
De Hallsensor aan de stuurkolomverstelmotor geeft bij verstelling van de stuurkolom een signaal aan de IHKA-regeleenheid. De IHKA-regeleenheid bepaalt dan de positie van de stuurkolom.
Hallsensoren voor de soft-stop
De Hallsensoren voor de soft-stop herkennen, wanneer de stuurkolom de aanslag nadert.
De IHKA-regeleenheid heeft het signaal van het portiercontact nodig. In combinatie met de klemmenstatus wordt het signaal voor de in- resp. uitstaphulp gebruikt.
Signaalweg: Portiercontact bestuurdersportier -> beenruimtemoduul (FRM) -> K-CAN -> IHKA-regeleenheid
Aan de elektrische stuurkolomverstelling nemen de volgende regeleenheden deel:
De IHKA-regeleenheid stuurt de elektrische stuurkolomverstelling aan. De IHKA-regeleenheid wordt via klem 30 G van spanning voorzien (met 20 A gezekerd). De IHKA-regeleenheid wordt geactiveerd via de wekdraad (klem 15). In de IHKA-regeleenheid worden ook de posities voor het stuurkolomgeheugen opgeslagen.

Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
|---|---|---|---|
1 |
Regeleenheid achterzijde |
2 |
Stekker stuurkolomversteleenheid |
De volgende systeemfuncties zijn voor de elektrische stuurkolomverstelling beschreven:
De bestuurder kan de stuurkolom via een schakelaar verstellen.

Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
|---|---|---|---|
1 |
Schakelaar voor stuurkolomverstelling |
2 |
Stelrichtingen |
De elektrische stuurkolomverstelling beschikt over een soft-stop voor de axiale en verticale as. Wanneer het einde van de as een van de Hallsensoren voor de soft-stops nadert, wordt de aansturing van de stuurkolom gestopt. Wanneer de Hallsensoren voor de soft-stops defect zouden zijn, zou de stuurkolomstelmotor bij het bereiken van de eindpositie een blokkeerstroom bereiken en worden uitgeschakeld.
De positie van de stuurkolom wordt m.b.v. de Hallsensor direct op de elektromotor geregistreerd. De positie wordt dan aan de IHKA-regeleenheid doorgegeven en in de IHKA-regeleenheid opgeslagen. Zo kan voor de key-memory-functie de positie van de stuurkolom voor alle autosleutels worden opgeroepen.
Ter ondersteuning bij het in- en uitstappen beweegt de hoekverstelling in de hoogste positie.
Voor de uitstaphulp wordt de stuurkolomverstelling onder de volgende omstandigheden automatisch geactiveerd:
Het stuurkolomgeheugen wordt onder de volgende omstandigheden geactiveerd:
In beide gevallen brengt het stuurkolomgeheugen pas na klem 15 AAN de stuurkolom in de overeenkomstige geheugenpositie.
Na het coderen of programmeren van de IHKA-regeleenheid moet bovendien een initialisatie worden uitgevoerd. Na reparatiewerkzaamheden aan de elektrische stuurkolomverstelling moet eveneens de servicefunctie ”initialisatie” worden uitgevoerd.
Opmerking! Uitval van de Hallsensor op de motor
Bij uitval van de Hallsensor is voor de stuurkolomverstelling geen positieherkenning meer mogelijk. Zo kan evenmin een in het geheugen opgeslagen positie worden aangenomen. De soft-stop wordt uitgeschakeld. De tijd voordat de overbelastingsbeveiliging intreedt wordt verkort. Daardoor wordt de stuurkolomverstelmotor tegen oververhitting beveiligd.
Opmerking! Uitval van de Hallsensoren voor de Soft-stops
Bij uitval van de Hallsensoren voor de Soft-stops wordt de tijd voor het inschakelen van de overbelastingsbeveiliging verkort. Daardoor wordt de stuurkolomverstelmotor tegen oververhitting beveiligd.
Opmerking! Door koude ontstane bedrijfsomstandigheden
Een door koude veroorzaakt blokkeren van de stuurkolomverstelling wordt als mechanische aanslag herkend. Daardoor wordt de verstelslag in een stelrichting eventueel beperkt.
Attentie! IHKA-regeleenheid
Na het coderen of programmeren van de IHKA-regeleenheid moet bovendien een initialisatie worden uitgevoerd.
Drukfouten, vergissingen en technische wijzigingen voorbehouden.