De centrale vergrendeling in de R70 is functioneel over meerdere regeleenheden verdeeld. Alle processen van het centraal vergrendelingssysteem worden gecontroleerd door het Car Access System (CAS). Het CAS is de hoofdregeleenheid voor de centrale vergrendeling.
De deelnemende regeleenheden voor de centrale vergrendeling zijn:
De volgende onderdelen van de centrale vergrendeling worden beschreven:
Het portierslot bestuurdersportier maakt het mechanisch vergrendelen resp. centraal sperren en ontgrendelen van de auto mogelijk. Bij het uitvallen van de elektrische installatie van de auto kan het bestuurdersportier via de mechanische sleutel in de afstandsbediening worden ontgrendeld.
De signalen van de portiercontacten worden door de beenruimtemoduul (FRM) geregistreerd. De FRM stuurt de signalen via het K-CAN naar de Junction-Box-Elektronica (JBE).
De afstandsbediening maakt het radiografisch vergrendelen en ontgrendelen resp. centraal sperren van de auto mogelijk. De radiografische signalen van de afstandsbediening worden door de ontvanger van de afstandsbediening ontvangen en aan het Car Access System (CAS) doorgegeven. De ontvanger van de afstandsbediening is in de binnenspiegel aangebracht.
De Center-Lock-toets maakt het vergrendelen resp. ontgrendelen vanuit het interieur mogelijk. Vergrendeld resp. ontgrendeld worden:
Ontsluiten en centraal sperren is niet mogelijk via de Center-Lock-toets
De kofferdekseltoets binnenzijde bevindt zich in het schakelcentrum middenconsole (SZM). De kofferdekseltoets buitenzijde maakt het openen van de achterklep mogelijk bij ontgrendelde en stilstaande auto.
Alle functies voor het aansturen van de centrale vergrendeling zijn in de CAS-regeleenheid geïntegreerd. De commando's worden via het K-CAN aan de Junction-Box-Elektronica (JBE) doorgegeven.
De JBE is de uitvoerende regeleenheid voor de centrale vergrendeling. De JBE neemt het aansturen van alle aandrijvingen van de centrale vergrendeling over. De JBE bestaat uit de Junction-Box-Elektronica en de zekering-/relaiskast. De Junction Box is onder het dashboardkastje aangebracht.
De FRM verwerkt de status van de portiercontacten. Wanneer de auto met de mechanische sleutel wordt vergrendeld of ontgrendeld, herkent de FRM dit commando. De FRM stuurt een boodschap via het K-CAN naar de CAS-regeleenheid. De FRM bevindt zich op de A-stijl in de beenruimte aan bestuurderszijde.
Blokschema E70
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
---|---|---|---|
1 |
Junction-Box-Elektronica (JBE) |
2 |
Aandrijving centrale vergrendeling passagierszijde voor |
3 |
Soft-Close-automaat (SCA) passagiersportier voor |
4 |
Aandrijving centrale vergrendeling passagierszijde achter |
5 |
Soft-Close-automaat (SCA) passagierszijde achter |
6 |
Aandrijving van centrale vergrendeling tankdopklep |
7 |
Relais voor aandrijving Soft-Close-automaat (SCA) |
8 |
Soft-Close-automaat (SCA) achterklep |
9 |
Kofferdekseltoets |
10 |
Aandrijving centrale vergrendeling kofferdeksel |
11 |
Soft-Close-automaat (SCA) bestuurderszijde achter |
12 |
Aandrijving centrale vergrendeling bestuurderszijde achter |
13 |
Soft-Close-automaat (SCA) bestuurdersportier |
14 |
Aandrijving centrale vergrendeling bestuurdersportier |
15 |
Beenruimtemoduul (FRM) |
16 |
Toets dashboardkastje |
17 |
Center-Lock-toets |
18 |
Schakelcentrum middenconsole met kofferdekseltoets |
19 |
Car Access System (CAS) |
20 |
Ontvanger afstandsbediening |
21 |
Geïntegreerde automatische verwarming/airconditioning, (IHKA) |
22 |
Achterruitantenne |
De volgende systeemfuncties zijn voor de centrale vergrendeling beschreven:
Een vergrendeld portier kan van buitenaf niet worden geopend. Het portier kan echter nog steeds van binnenuit worden geopend. Hiertoe moet tweemaal aan de binnenhandgreep worden getrokken. Vergrendelen wordt uitgevoerd wanneer
Een vergrendeld en centraal gesperd portier kan niet van binnen en ook niet vanaf de buitenzijde worden geopend. Centraal sperren wordt uitgevoerd wanneer de auto via de slotcilinder van het bestuurdersportier of de afstandsbediening wordt vergrendeld. Bedieningen voor centraal sperren:
Met het centraal sperren van de auto wordt ook de diefstalbeveiligingsinstallatie (DWA) ingeschakeld.
Een ontgrendeld portier kan van binnenuit en van buitenaf worden geopend. Met het ontgrendelen van de auto wordt ook de diefstalbeveiligingsinstallatie (DWA) uitgeschakeld. Bij het uitvallen van de elektrische installatie van de auto kan het bestuurdersportier via de mechanische sleutel in de afstandsbediening worden ontgrendeld.
Een botsing wordt door het meervoudig veiligheidssysteem (MRS) herkend. Er wordt een botssignaal naar het CAS gestuurd. De melding wordt via de K-CAN verstuurd. Het CAS ontgrendelt de auto. Bij een Crash-signaal worden alle bedieningsplaatsen geblokkeerd. Hierdoor worden onbedoelde handelingen van de centrale vergrendeling door kortsluitingen t.g.v. het ongeval voorkomen. Na een ongeval kan de centrale vergrendeling pas weer worden bediend als klem R gedurende tenminste 3 seconden uitgeschakeld was.
Als het CAS een afstandsbediening in de insteekopening als vergrendeld herkent, wordt de centrale vergrendeling ontsloten. De centrale vergrendeling neemt de positie ”Vergrendelen” in. Bij gedwongen ontgrendelen wordt ook de diefstalbeveiligingsinstallatie uitgeschakeld.
Om de bestuurder tegen abusievelijk buitengesloten worden te beschermen, zijn bij een geopend bestuurdersportier alle bedieningsplaatsen geblokkeerd. In de portiersloten zijn daarom geen aanvullende mechanische buitensluitbeveiligingen nodig.
Om de aandrijvingen van de centrale vergrendeling tegen overbelasting te beschermen bewaakt het CAS de herhalingen. Hierbij worden de portieren, het kofferdeksel, het dashboardkastje en de tankdopklep bewaakt. Wanneer binnen één minuut meer dan vijftien bediening plaatsvinden, worden de aandrijvingen gedurende een bepaalde tijd niet meer ontgrendeld.
Wanneer de centrale vergrendeling via de afstandsbediening wordt ontgrendeld en binnen twee minuten geen portier of de achterklep wordt geopend, wordt automatisch weer een vergrendelingsprocedure uitgevoerd.
De werking van de centrale vergrendelingsmechanismen is gegarandeerd van 9 volt tot 16 volt. Buiten dit bereikt vindt geen aansturing van de aandrijvingen plaats. Wanneer de spanningsvoorziening wordt onderbroken, wijzigt de toestand van de centrale vergrendeling niet (diefstalbeveiliging!).
Bij het eerste ontgrendelingscommando wordt alleen het bestuurdersportier ontgrendeld. Bij alle andere portieren verstelt de centrale vergrendeling van centraal sperren naar vergrendelen. De DWA wordt uitgeschakeld en de portieren blijven vergrendeld. Bij een tweede ontgrendelingscommando worden de resterende portieren ontgrendeld. Deze functie kan via het Car- en Key-Memory worden geactiveerd (afhankelijk van de landenuitvoering).
Vanaf een rijsnelheid van circa 16 km/h wordt de centrale vergrendeling automatisch vergrendeld. Deze functie kan via het Car- en Key-Memory worden geactiveerd.
Bijna alle functies van het Car- en Key-Memory wordt in de auto zelf ingesteld.
Drukfouten, vergissingen en technische wijzigingen voorbehouden.