De accukabel is voorzien van een elektrisch geleidende afscherming, die is geïsoleerd van de carrosserie en de accukabel. De afscherming is vervaardigd van een laagohmig metalen vlechtwerk. Aan beide zijden van de afscherming. d.w.z. bij de veiligheidsaccuklem in de kofferruimte en bij het aftakpunt in de motorruimte is een verbindingskabel gemonteerd. De verbindingskabel bij de veiligheidsaccuklem is verbonden met de satelliet B-stijl rechts, de verbindingskabel in de motorruimte met de satelliet B-stijl links. Om bij beschadiging van de draad bij een ongeval het brandgevaar te verminderen, wordt de accukabel door de volgende satellieten bewaakt:
De accuveiligheidsklem is in de pluskabel (laadkabel) van de dynamo vlak voor de pluspool van de accu gemonteerd. De kabel eindigt in een stekkerconus. Als bij de bewaking van de accukabel een kortsluiting is vastgesteld, dan wordt de veiligheidsaccuklem door de satelliet B-stijl rechts aangestuurd. Op deze wijze worden de dynamo en de brandstofpomp uitgeschakeld.
Hierdoor is ook de startmotorkabel buiten werking. De auto kan niet meer worden gestart.
De onderbroken dynamokabel kan voor het opnieuw starten van de motor provisorisch worden vastgezet. In dat geval is de functie accuveiligheidsklem niet meer actief, omdat het ontstekingspatroon al is afgegaan. Het ontstekingspatroon en de dynamokabel moeten in dat geval worden vervangen.
De beide uiteinden van de afscherming zijn aangesloten op de A-D- omvormeringang van de satelliet B-stijl links en de satelliet B-stijl rechts. In de satelliet B-stijl links bevindt zich een weerstand, die met de afscherming en massa is verbonden. In de satelliet B-stijl rechts bevindt zich een even grote weerstand, die met de afscherming en de voedingsdraad van de satellieten is verbonden. Door de laagohmige afscherming en de even grote weerstanden vormt zich bij de AD-omvormers ongeveer de helft van de voedingsspanning (5 V) van de satellieten. In het geval van een storing komen er verschillende meetwaarden voor, die in de volgende tabel zijn weergegeven.
|
Meetwaarde satelliet B-stijl links |
Meetwaarde satelliet B-stijl rechts |
Omstandigheden |
|
|
Accukabel: In orde |
circa 5 V |
circa 5 V |
Accukabel: Onderbreking |
circa 0 V |
circa 10 V |
Accukabel: Kortsluiting naar massa |
circa 0 V |
circa 0 V |
Accukabel: kortsluiting naar plus |
circa 10 V |
circa 10 V |
Als een onderbreking of een kortsluiting is opgetreden, wordt in de satelliet B-stijl rechts de daarbij behorende storingscode opgeslagen.
Opmerking:
Alleen in het geval van een kortsluiting wordt de accukabel door de veiligheidsaccuklem onderbroken. Als bijvoorbeeld de buitenste isolering van de accukabel beschadigd is, maar de afscherming geen verbinding met massa heeft, kan het volgende geval optreden:
Door vochtigheid (bijvoorbeeld regen) kan de spanning langzaam dalen. Zo wordt een massasluiting herkend, de veiligheidsaccuklem wordt echter niet aangestuurd. In het storingsgeheugen van de satelliet B-stijl rechts wordt dan de volgende invoer: ”Accukabel: onaannemelijke meetwaarde” geplaatst. Daarnaast wordt de airbagwaarschuwingslamp ingeschakeld.
Alle werkzaamheden aan de airbags mogen alleen bij losgekoppelde accu worden uitgevoerd!
Alle BYTEFLIGHT-regeleenheden, sensoren en generatoren alleen losmaken en aansluiten met de accu losgekoppeld!
Bij de reparatie van een glasvezelkabel op de BYTEFLIGHT-bus moet erop worden gelet, dat slechts één verbindingspunt in de glasvezelkabel mag optreden. Als reeds een verbindingspunt vanwege een portierstekker aanwezig is, mag de glasvezelkabel niet worden gerepareerd. Bij een defect moet de glasvezelkabel worden vervangen!
Alle BYTEFLIGHT-regeleenheden vóór ingebruikname coderen en programmeren: De regeleenheden (satellieten) bevatten voertuigspecifieke gegevens.