Veiligheidsaccuklem en bewaking accukabel (afscherming)

De accukabel is voorzien van een elektrisch geleidende afscherming, die is geïsoleerd van de carrosserie en de accukabel. De afscherming is vervaardigd van een laagohmig metalen vlechtwerk. Aan beide zijden van de afscherming, d.w.z. bij de veiligheidsaccuklem in de kofferruimte en bij het aftakpunt in de motorruimte, is een verbindingsdraad gemonteerd. Beide aansluitdraden zijn met de airbagregeleenheid verbonden.

Veiligheidsaccuklem

De veiligheidsaccuklem is dicht bij de pluspool van de batterij in de pluskabel van de dynamo gemonteerd. De kabel eindigt in een steekconus. Als bij de bewaking van de accukabel een kortsluiting is vastgesteld, dan wordt de veiligheidsaccuklem ontstoken. Op deze wijze worden de dynamo en de brandstofpomp uitgeschakeld.

Hierdoor is ook de startmotorkabel buiten werking. De auto kan niet meer worden gestart.

De onderbroken dynamokabel kan voor het opnieuw starten van de motor provisorisch weer worden met elkaar worden verbonden. In dat geval is de functie veiligheidsaccuklem niet meer actief, omdat het ontstekingspatroon al is afgegaan. Het ontstekingspatroon en de dynamokabel moeten in dat geval worden vervangen.

Bewaking accukabel (afscherming)

Het potentiaal van de accukabel wordt via twee weerstanden van gelijke grootte op de ingang van de airbagregeleenheid ingelezen. Als de accukabel in orde is, wordt de halve voedingsspanning (U_V = accuspanning) gemeten. In het geval van een storing zijn er verschillende meetwaarden, die in de volgende tabel zijn weergegeven.

 

Meetwaarde aan weerstand 1

Meetwaarde aan weerstand 2

Omstandigheden

 

 

Accukabel: In orde

ca. U_V / 2

ca. U_V / 2

Accukabel: Onderbreking

ca. 0 V

ca. U_V

Accukabel: Kortsluiting naar massa

ca. 0 V

ca. 0 V

Accukabel: kortsluiting naar plus

ca. U_V

ca. U_V

Als een onderbreking of een kortsluiting is opgetreden, wordt in de airbagregeleenheid de daarbij behorende storingscode opgeslagen.

Opmerking:

Alleen in het geval van een kortsluiting wordt de accukabel door de veiligheidsaccuklem onderbroken. Als bijvoorbeeld de buitenste isolatie van de accukabel beschadigd is, maar de afscherming geen verbinding met massa heeft, kan het volgende geval optreden:

Door vochtigheid (bijvoorbeeld regen) kan de spanning langzaam dalen. Zo wordt een kortsluiting naar massa herkend, de veiligheidsaccuklem wordt echter niet aangestuurd. In het storingsgeheugen van de airbagregeleenheid wordt de volgende storingsplaats opgeslagen: ”Accukabel (bewaking van de afscherming): onaannemelijke meetwaarde”. Bovendien wordt de airbagcontrolelamp in het instrumentenpaneel geactiveerd.

Opmerking:

Alle werkzaamheden aan de airbag mogen alleen met losgemaakte accukabels worden uitgevoerd!Airbagregeleenheid, sensoren en gasgeneratoren alleen bij losgemaakte accukabels aansluiten of losmaken!De airbagregeleenheid bevat autospecifieke gegevens en moet worden gecodeerd voordat hij in gebruik wordt genomen!Het uitbouwen en inbouwen in andere auto's is niet toegestaan!