ISIS noodoproep

Via de telefoon is het volgende mogelijk

• een automatische noodoproep door het crash-signaal,
  
• een handmatig uitgevoerde noodoproep via de noodoproeptoets.
  

Om veiligheidsredenen is voorzien in een dubbele gegevensoverdracht tussen de SIM (veiligheids-informatiemodule) en de telefoon.

• Een dataweg bestaat uit de verbinding SIM -> databus Byteflight -> ZGM (centrale gatewaymodule) -> databus K-CAN-SYSTEEM -> Control Display -> databus MOST -> telefoon.
  
• Bovendien is een directe, seriële ééndraadsverbinding aanwezig tussen de SIM en de telefoon. Als deze seriële verbinding defect is of uitvalt, wordt het pad via de bovengenoemde busverbinding gebruikt voor de activering van de noodoproep.
  

Na activering van de noodoproep wordt

• een SMS-bericht naar de service-provider gezonden: Het navigatiesysteem levert de telefoon regelmatig een compleet SMS-bericht (Short Message Service);
  
• wordt een telefoonverbinding opgebouwd.
  

Voor de beide datawegen zijn nummers beschikbaar, die afwisselend worden gekozen totdat een verbinding tot stand is gekomen.

Als na 60 seconden nog geen verbinding tot stand is gekomen, kiest het apparaat het alarmnummer volgens GSM-norm (Global Standard for Mobile Telephony).

Ter ondersteuning van eventueel noodzakelijke bergingswerkzaamheden wordt

• de binnenverlichting ingeschakeld (door de lichtmodule),
  
• de alarmknipperlichtinstallatie ingeschakeld (door de lichtmodule),
  
• de centrale vergrendeling ontgrendeld (via het Car Access System).
  

Beknopte beschrijving van het onderdeel

Telefoon en voorwaarden voor de noodoproep

Voor de werking van de noodoproep zijn bepalend:

• telefoon en de telefoon-interface inclusief antennesysteem bedrijfsklaar.
  
• toereikende netvoedingsspanning.
  
• telefoonkaart in de kaartlezer of:noodoproep-SIM aangebracht (Subscriber Identity Module: de codekaart voor de telefoon).
  
• De verbinding tussen de telefoon en de service-provider is aanwezig of kan tot stand worden gebracht.
  

Noodoproeptoets

Indrukken van de noodoproeptoets activeert de noodoproep. De noodoproeptoets is in het midden boven de voorruit in de hemelbekleding aangebracht. De noodoproeptoets is geschikt voor diagnose: De telefoon-interface kan detecteren of de toets is aangesloten.

Bij een storing vindt er een opname in het storingsgeheugen plaats. Bovendien kan een melding worden gegeven (Control Display of een gesproken aanwijzing).

Regeleenheden

De volgende regeleenheden maken deel uit van de gegevensoverdracht voor de noodoproep:

• SIM (veiligheids-informatiemodule)
  
• ZGM (Centrale gatewaymodule)
  
• LM (lichtmodule): De verlichtingsmodule regelt en controleert de verlichting van de auto. Informatie wordt via de databus K-CAN-bus SYSTEEM ontvangen en doorgegeven. De lichtmodule stuurt ook de alarmknipperlichtinstallatie en de binnenverlichting aan.
  
• CAS (Car Access System): Het Car Access System zorgt voor de functies diefstalbeveiligingsinstallatie, radiografische afstandsbediening, contactslot, klemaansturing, wegrijbeveiliging, centrale vergrendeling. De regeleenheid CAS is bovendien de gatewaymodule tussen het K-CAN-bus SYSTEEM en de K-CAN-bus PERIFERIE.
  
• CD (Control Display): Het Control Display in het midden van het dashboard geeft aan dat een noodoproep is geactiveerd. Het Control Display geeft de huidige plaats van de auto aan en een bevestiging als de verbinding met het noodoproepstation met succes tot stand is gebracht.
  
• NAVI (navigatiesysteem): Het navigatiesysteem geeft bij een noodoproep de huidige plaats van de auto aan.
  
• FBI (Flexibele Bus Interface): In de exportuitvoering Japan geeft de FBI de noodoproepmelding door aan de telefoon.
  

Belangrijkste functies

Automatische noodoproep door het crash-signaal,

Als het ISIS-systeem een voldoende ernstige aanrijding detecteert, wordt automatisch een noodoproep via de telefoon geactiveerd. De noodoproep bevat de volgende gegevens:

• Huidige plaats van de auto (van het NAVI)
  
• Actuele voertuiggegevens: Rijsnelheid tijdens de aanrijding, ernst van het ongeval, aantal geactiveerde airbags
  

Het Control Display geeft een bevestiging aan, als de verbinding van de noodoproep met de alarmcentrale met succes tot stand is gebracht:

• Bevestiging als de noodoproep de alarmcentrale heeft bereikt
  
• Bevestiging als de spraakverbinding via het hands-free systeem is opgebouwd.
  

Een eenmaal geactiveerde noodoproep kan niet ongedaan worden gemaakt.

Handbediende noodoproep via de noodoproeptoets

In een noodgeval drukt de bestuurder of passagier de noodoproeptoets in. Bovendien wordt op het Control Display de huidige positie van de auto weergegeven met een melding dat de noodoproep verstuurd is.

Het Control Display geeft een bevestiging aan, als de verbinding met de alarmcentrale met succes tot stand is gebracht:

• Bevestiging als de noodoproep de alarmcentrale heeft bereikt
  
• Bevestiging als de spraakverbinding via het hands-free systeem is opgebouwd.
  

Een eenmaal geactiveerde noodoproep kan niet ongedaan worden gemaakt.

Binnenverlichting

Als een crash wordt gedetecteerd, wordt de binnenverlichting door de verlichtingsmodule automatisch ingeschakeld. De binnenverlichting kan weer worden uitgeschakeld

• met de toets voor de binnenverlichting,
  
• door uit- en inschakelen van de ontsteking.
  

alarmknipperlichtinstallatie

Als een crash wordt gedetecteerd, wordt de alarmknipperlichtinstallatie door de verlichtingsmodule automatisch ingeschakeld.

Centrale vergrendeling

Als een crash wordt gedetecteerd, wordt de centrale vergrendeling door het CAS (Car Access System) automatisch ontgrendeld.

Servicefuncties

Veiligheidsvoorschrift

Bij werkzaamheden aan de hemelbekleding resp. aan de toetsen van het schuifdak niet per ongeluk een noodoproep activeren (noodoproeptoets)!

Exportuitvoering

Japan: FBI Flexibele Bus Interface

De beide datawegen voor de noodoproep zijn

• SIM -> databus Byteflight -> ZGM -> databus K-CAN SYSTEEM -> Control Display -> databus MOST -> FBI -> seriële leiding -> telefoon en
  
• de extra, directe seriële ééndraadsverbinding tussen SIM en FBI. Vanaf de FBI loopt ook een seriële verbinding naar de telefoon.
  

Als de automatische noodoproep wordt geactiveerd, maakt de Japan-telefoon een noodoproep-spraakverbinding met de politie. De telefoon (resp. FBI) houd geen rekening met de door de SIM doorgegeven gegevens over de ernst van het ongeval, omdat in Japan op dit moment geen alarmdiensten zijn die met deze gegevens werken.