De elektrische ventilateur wordt bij bepaalde bedrijfsomstandigheden door de motorbesturing met verschillende toerentallen bijgeschakeld.
De elektrische ventilateur wordt via een vermogenseindtrap direct bij de ventilateurmotor aangestuurd. De motorregeleenheid stuurt deze vermogenseindtrap via een bloksignaal met pulsverhoudingen (variabele pulsbreedte) tussen 10 en 90 % aan en stuurt zo de verschillende toerentallen naar de elektrische ventilateur. Duty cycle's kleiner dan 5 % en groter dan 95 % sturen niet aan, maar worden als storingsherkenning gebruikt. De vermogenseindtrap bezit een eigen plus- en massavoorziening.
Het ventilateurtoerental wordt door de koelvloeistoftemperatuur van de radiateuruitlaat en de druk van de airconditioning beïnvloed. Bij het stijgen van de rijsnelheid wordt het ventilateurtoerental gereduceerd.