Het signaal van de oliedrukschakelaar wordt in de motorregeling op aannemelijkheid gecontroleerd. Daartoe wordt na het uitschakelen van de motor het signaal van de oliedrukschakelaar beoordeeld. Na een bepaalde tijd mag de oliedrukschakelaar geen oliedruk meer detecteren. Indien na het uitschakelen van de motor nog oliedruk wordt gedetecteerd, wordt een storing opgeslagen.
In de S54 motor wordt aansluitend de storing 2F7B behandeld. Deze wordt ingevoerd wanneer het signaal niet aannemelijk is. Mogelijke oorzaken voor de storing zijn defecte draden of een defect component.