Bediening
Handmatige verstelling van aandrijving
Voor het verstellen van de stoel dienen de schakelaars in het schakelaarblok. De verstelschakelaar (met een geïntegreerde regeleenheid) bevindt zich aan de zijkant van de stoel, aan de zijde van het betreffende portier.
Via deze schakelaar kunnen de volgende verstellingen worden uitgevoerd:
- stoelverstelling in lengterichting
- hoogteverstelling van de stoel
- rugleuningverstelling
- verstelling van de zittinghoek
- hoogteverstelling hoofdsteunen (comfortstoel E64)
In de E64 is in de stoel bovendien een schakelaar voor de instaphulp gemonteerd, waardoor een snelle stoelverstelling in langsrichting mogelijk is.
Programmering van een memory-positie
- Zet het contactslot in stand 1 of 2.
- Bedien de memory-toets op de memory-schakelaar. De mogelijkheid tot programmeren wordt aangegeven doordat het lampje in de memorytoets gaat branden.
- Als één van de 3 positietoetsen wordt ingedrukt, wordt de actuele stoelpositie in het geheugen opgenomen.
- De controlelamp dooft nadat de positietoets is bediend.
- Als binnen 7 sec. geen positietoets wordt ingedrukt, wordt het systeem uitgeschakeld. De controlelamp in de positieschakelaar dooft.
Opvragen van een memory-positie
Bij het oproepen van opgeslagen standen wordt onderscheid gemaakt tussen 2 functies:
- Tiptoetsbediening:
Bij de tiptoetsbediening is het even indrukken van één van de drie positieschakelaars voldoende om de verstelling te starten. De verstelling geschiedt automatisch en wordt uitgevoerd totdat de opgeslagen positie is bereikt.
De tiptoetsbediening is werkzaam als het bestuurdersportier geopend is en het contactslot in stand 0 of 1 staat.
Bij gesloten bestuurdersportier is de tiptoetsbediening in stand 1 van het contactslot werkzaam.
- Continu indrukken:
Voor het oproepen van een stoelpositie moet de betreffende positietoets ingedrukt worden gehouden, om een juiste instelling van de positie te verkrijgen. Als de toets wordt losgelaten voordat de gewenste positie is bereikt, wordt de betreffende functie direct uitgeschakeld. Als de toets opnieuw wordt ingedrukt, wordt de beweging voortgezet. Als een andere positietoets wordt ingedrukt, wordt de nieuwe positie ingenomen.
De continue bediening is werkzaam als het bestuurdersportier geopend is en het contactslot in stand 2 staat.
Bij gesloten bestuurdersportier is de continue bediening in stand 0 of 2 van het contact werkzaam.
Herkennen van eindaanslagen
Om onnodige belasting van de motor en de Ripple-Count-moduul te voorkomen is een automatische herkenning van de verstelgrenzen aanwezig.
Als meerdere malen een blokkering in dezelfde positie wordt geregistreerd, wordt deze als eindaanslag opgeslagen. Elke verdere verstelling wordt afgebroken voordat deze grens wordt bereikt.
Een onjuist herkende eindaanslag (bijv. blokkering van de stoel door een voorwerp) kan, nadat de blokkering is opgeheven, door opnieuw bedienen van de handbediende schakelaar worden opgeheven.