Roetfilter vervangen

Na het vervangen van het roetfilter moet de bijbehorende servicefunctie worden uitgevoerd. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de voor het roetfilter specifieke waarden in de DDE-regeleenheid, zoals bijv. de berekende hoeveelheid roet in het roetfilter, op nul resp. op een standaardwaarde worden teruggezet.

Het terugstellen van de waarden gebeurt automatisch, tijdens het uitvoeren van de servicefunctie.