Raildrukregeling DDE5.0/5.1

De volgende componenten behoren tot het common-railsysteem en beïnvloeden de raildrukregeling:

Werking

De hogedrukpomp genereert permanent de systeemdruk in de rail. De juiste druk in de rail wordt afhankelijk van het bedrijfspunt door een van de volgende twee mogelijke regelwijzen ingesteld (tweesteller-concept):

De regelwijzen zijn actief bij de volgende bedrijfspunten:

Raildrukbewaking

De raildruk wordt tijdens het starten van de motor en tijdens het draaien hiervan door een vergelijking van de richtwaarde en de actuele waarde gecontroleerd. De raildruksensor zendt de actuele waarde naar de DDE. De richtwaarde wordt door de DDE afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden berekend. Wanneer de DDE een ontoelaatbare afwijking tussen werkelijke- en richtwaarde vaststelt, wordt in het storingsgeheugen een storing opgeslagen:

Een ontoelaatbare afwijking van de raildruk ten opzichte van de richtwaarde kan de volgende oorzaken hebben:

Handeling bij storing

Wanneer de DDE een ontoelaatbare afwijking in de regeling van de raildruk vaststelt, wordt als eerste maatregel de inspuithoeveelheid beperkt: indien de afwijking in de regeling daardoor niet kan worden opgeheven of tot een kleine afwijking worden beperkt, slaat de motor af of is het starten van de motor niet mogelijk.