Vermogensuitgang airconditioning DDE 5.0

De compressor voor de airconditioning wordt door de DDE-regeleenheid via het relais airconditioningcompressor in- en uitgeschakeld. De DDE-regeleenheid krijgt van de verwarmings- en airconditioningregeleenheid via de CAN-bus de opdracht de airconditioningcompressor in te schakelen.

Wanneer opdracht wordt gegeven tot het inschakelen van de airconditioningcompressor, controleert de DDE-regeleenheid of er omstandigheden aanwezig zijn op basis waarvan het inschakelen van de compressor niet is toegestaan. De DDE-regeleenheid schakelt overeenkomstig het relais airconditioningcompressor uit of in. Het inschakelen van de compressor voor de airconditioning wordt onder de volgende voorwaarden door de DDE-regeleenheid geblokkeerd:

Handeling bij storing

Bewaakt wordt de aansturing van het relais airconditioningcompressor. De volgende storingen worden gecontroleerd: