Vanaf 9/2000 wordt de DSCIII MK60 van de firma Continental Teves in de E46 (standaardaandrijving) en Z3 gebruikt. Hij lost de DSCIII MK20EI af. Bij de Mini (R50) wordt de DSCIII MK60 vanaf 12/2001 toegepast.
De belangrijkste noviteiten zijn:
De DSCIII MK60 bestaat uit de volgende modules:
Het hydraulisch schema van de DSCIII MK60 is als volgt opgebouwd:
Door optimalisatie van de componenten konden regeleenheid/hydraulische unit duidelijk worden verkleind. De hydraulische unit correspondeert qua constructie met de DSCIII MK20EI hydraulische unit. Hij is door middel van de drie bouten (1) aan de houder bevestigd.
Door de nabijheid van regeleenheid/hydraulische unit en hoofdremcilinder evenals door de aanzuigoptimalisatie van retourpomp en hydrauliekleidingen is een snelle drukopbouw gewaarborgd. Hierdoor kon de voordrukpomp achterwege blijven.
Omdat hoofdremcilinder en hydraulische unit zeer dicht bij elkaar gemonteerd zijn, worden ze voor de trillingsontkoppeling via twee flexibele leidingen met elkaar verbonden.
De regeleenheid beschikt over de bekende DBC-functies.
Tot nu toe was de accu bij links sturende auto's met 4-cilinder-motoren en DSCIII in de kofferruimte rechts gemonteerd. Omdat de regeleenheid/hydraulische unit nu links gemonteerd is, wordt de accu rechtsvoor in het motorcompartiment gemonteerd.
De hoofdremcilinder en het expansiereservoir zijn gewijzigd, omdat de voordrukpomp is vervallen.
In de hoofdremcilinder is geen geperforeerd paneel meer gemonteerd, omdat geen voordruk meer hoeft te worden opgebouwd.
Zowel bij de hoofdremcilinder als bij het expansiereservoir kan de aansluiting voor de verbinding met de voordrukpomp achterwege blijven.
De rembekrachtiger is reeds bekend van de E46.
Met de DSCIII MK60 worden in BMW auto's voor het eerst actieve toerentalsensoren toegepast die op basis van het magneto-resistief effect werken.
Sensoropbouw:
Sensorelement en verwerkingsschakeling zijn in de sensorbehuizing gescheiden ondergebracht. Dit biedt voordelen voor de temperatuurkarakteristiek van de sensor.
Werkingsprincipe:
De actieve wielsensoren werken op basis van het magneto-resistief effect. Een magneet in de sensor genereert een magnetisch veld waarvan de veldlijnen haaks op de sensorlaag staan. De afbuiging van de veldlijnen door het impulstandwiel veroorzaakt weerstandsveranderingen in de dunne ferromagnetische laag van het sensorelement.
De weerstandsveranderingen worden door het sensorelement omgezet in spanningen. Uit de relatief kleine spanningen van 1...100 mV genereert de verwerkingsschakeling stroomimpulsen met een duidelijk verschillend Low- en High-niveau (7 mA resp. 14 mA). De voedingsspanning van de sensor bedraagt 12 V. Er kunnen signalen van 0 - 2500 Hz worden geregistreerd. Afhankelijk van het model auto c.q. van de inbouwlocatie worden verschillende constructietypen voor de sensoren toegepast. De gecodeerde stekkers zijn blauw in plaats van grijs zoals bij DSCIII MK20EI.
Varianten van toerentalsensoren:
|
E46 |
Z3 |
Vooras |
Verschillende sensoren links en rechts |
Verschillende sensoren links en rechts |
Achteras |
Er zijn twee versies: Korte sensor: M43TU tot en met M54/B25, M47 Lange sensor: M54/B30, M57 |
Dezelfde sensoren links en rechts |
De DSCIII MK60 gebruikt de reeds bekende impulstandwielen van de E46.
DSCIII MK60 gebruikt de reeds van MK20EI bekende gierpercentagesensor, die zich onder de linkerzitting bevindt.
DSCIII MK60 gebruikt de reeds van MK20EI bekende sensor voor de dwarsversnelling, die in de binnenruimte aan de onderkant van de linker A-stijl gemonteerd is.
De DSC sensor verenigt de functies van de gierpercentage- en dwarsversnellingssensoren. De DSC sensor bevindt zich op de plaats waar zich voorheen de gierpercentagesensor was ingebouwd: onder de linkerzitting. De DSC sensor wordt vanaf 09/2001 in de E46-modellen en in de Mini ingebouwd. Bij de Z3-modellen wordt de DSC sensor niet gebruikt, daar worden zoals voorheen afzonderlijke gierpercentage- en dwarsversnellingssensoren ingebouwd.
DSCIII MK60 gebruikt de reeds van MK20EI bekende stuurhoeksensor.
Beschrijving van de anti-doorslipsystemen met subfuncties
CBC: Cornering Brake Control
Elektronische remkrachtverdeling: Elektronische remkrachtverdeling
ADB: Automatic Differential Brake (bij de Mini niet beschikbaar)
De ADB is een automatisch sperdifferentieel dat de tractie verbetert. Door de actieve opbouw van de remdruk door de hydraulische unit wordt het wiel afgeremd dat dreigt door te slippen. Het aandrijfkoppel gaat over op het andere wiel dat door de hogere wrijvingswaarde de aandrijfkrachten kan overbrengen.
Tevens kan door middel van de ASC-functie het motorkoppel worden gereduceerd. Op deze wijze is onder alle omstandigheden een optimale krachtoverbrenging van de aandrijfwielen veilig gesteld.
ADB staat tot ca. 70 km/h meer slip toe dan de normale ASC en biedt daardoor een grotere tractie.
GMR: Rotatiemomentregeling met rem- en motoringreep
DBC: Dynamic Brake Control (bij de Mini niet beschikbaar)
De DBC is een ondersteuning voor noodremmingen. Hij ondersteunt de bestuurder bij noodremmingen door de remdruk automatisch te vergroten. Zo zorgt hij altijd voor de kortst mogelijke remweg die de betreffende situatie toestaat. De DBC beschikt over de subsystemen DBS en MBS die reeds van het Bosch-systeem (E38, E39, X5) bekend zijn.
De DSC-toets heeft twee functies die kunnen worden ingesteld door korter of langer op de toets te drukken.
Kort drukken (< 2,5 s):
Alleen de rotatiemomentregeling van de DSC wordt uitgeschakeld. De ADB- en DBC-functies blijven actief.
Tot ca. 70 km/h wordt een hogere slip toegestaan, de tractie wordt verbeterd. ASC gebruikt andere grenswaarden.
De DSC-lamp brandt.
Lang drukken (> 2,5 s):
Alle regelfuncties van ASC (ADB) en DSC (GMR en DBC) worden uitgeschakeld.
De DSC-lamp en het algemene waarschuwingslampje voor de remmen (geel) branden. Deze modus is hoofdzakelijk bestemd voor rollentestbanken en servicewerkzaamheden.
Door nogmaals drukken op de toets komt u van de betreffende functie weer terug in de normale DSC-functie. Direct ”springen” van de ene functie naar de andere is niet mogelijk.
Met de DSC-toets wordt de DSC uit-/ingeschakeld. Na het uitschakelen van de DSC is alleen nog het ABS actief en brandt de DSC-lamp.
Bij standaardaandrijving in de E46 blijven ondanks uitval van de stuurhoeksensor ABS, ASC en EBV functioneren. Na vervanging van de stuurhoeksensor moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
1. Coderen (standaard- resp. 4-wielaandrijving E46/16)
2. Offset (ijken om de stuurhoeksensor de rechtuitstand mee te delen)
Bij de vervanging van de regeleenheid beslist de reparatiehandleiding in acht nemen.